SCHOLTE'S KORT VERBLIJF TE ULRUM zonder hem te hooren, over alle regels en orde henenstappende schorst met het blijkbare voornemen om zoo onregtvaardig als men begonnen was voort te gaan, tegen de vermaning van God, Ps 62, moet dan niet een ieder, die een regtvaardig oordeel wil oordeelen, en niet naar den schijn of het aanzien, gelijk ons Christus beveelt, Joh. 7: 24, Matth. 7: 1, 2, erkennen, dat wel degelijk zijne predikwijze en leerstellige ge- voelens oorzaak zijn zijner schorsing en onbarmhartige afzetting? Immers, had hij die wijze van prediken niet geoefend te Ulrum, om, toen hem de predikstoel belet wierd, in het open veld, naar 's Heeren voorbeeld, de Gemeente des Heeren te onderwijzen en te troosten, men zou hem zoo hittiglijk niet vervolgd hebben, dus wel degelijk om zijne predik- wijze, en was hij door Gods genade niet van die leerstellige gevoelens, dat men meer God moet vrezen als de menschen, bevolen Matth. 10:28 en Luk. 12: 5, dan zou hij niet gehandeld hebben, gelijk hij nu gedaan heeft in de mogendheden des Heeren te Ulrum; dus wel degelijk om zijne leerstellige gevoelens. b. Dat het geschied zou zijn, wegens inbreuk op de kerkelijke verorde- ningen en verzet tegen de kerkelijke besturen, is insgelijks bezijden de waarheid; denkelijk veroorzaakt door valsche berigten van valsche Pro- feten en Priesters, die in onze dagen helaas niet ontbreken. Immers Ds Scholte heeft, zooveel hem en mij bekend was, geen inbreuk gemaakt op de kerkelijke verordeningen zelfs, want schoon hij vrijdags 's avonds tegen den zin van den consulent daar gepreekt heeft, was het ons echter onbewust, dat het ook tegen de verordeningen was, hetwelk Ds Smid 5) ook geensints had aangewezen; mijn eigen voorbeeld scheen zulks ook genoegzaam te wettigen, daar ik het vorige jaar, op verzoek des kerke- raads te Niezijl had gepredikt, schoon de consulent er geweldig tegen was, en daarom gelijk men zeide, naar den gouverneur geweest was, doch te vergeefsch, en mij heeft men ook daarom nimmer gemoeid. Ook is zulk eene bepaling in het eerste reglement op de vacaturen niet, maar zeker naderhand door de haat van dezen of genen uitgevonden, en in het nieuwste Reglement geplaatst, om de getrouwen alzoo te kunnen weeren en muilbanden. Dat hij dus hiertegen gehandeld heeft, had alle- sints de minzaamste en gereedste verschoning verdiend, te meer daar het zulk eene allesints willekeurige bepaling is, dat men er in Gods woord geen tittel of jota van vinden zal; terwijl honderden van Predikanten kerkelijke bepalingen overtreden, die in Gods woord hun grond hebben, willens en wetens, met stilzwijgende toestemming en goedkeuring der besturen, waartoe ik dagelijksch gereed ben om het voor onpartijdige en naar waarheid en naar Gods woord oordeelende regters te bewijzen. En dat hij zich tegen de Besturen verzet zou hebben is nog verder van de waarheid. Immers, nadat ons die wet, en de dwarsboming, zoo van het Provinciaal bestuur als van den consulent Ds Smid 5) bekend was geworden, heeft Ds Scholte wel langmoedig en vriendelijk, onderscheiden reizen, door verzoek en bede echter, den weg tot den predikstoel voor zich uit liefde tot de Gemeente en Gods eer en verheerlijking zoeken 549
Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/625
Deze pagina is niet proefgelezen