Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/633

Deze pagina is niet proefgelezen

- AANTEEKENINGEN HOOFDSTUK XXXV. ¹) Onder de onderteekenaars komen vele namen voor van thans hier en in Amerika bekende families in onze kerken. Ik noem maar enkele uit de predikanten-wereld en uit die der christelijke school: Winter, Bos, Zwart, Prins, Danhof, Dikema, Veltman, Van der Borgh, Hulshoff, Wieringa, Poelman, Oosterhuis, Boerema, Ritsema, Veltkamp. Velen hebben hunne namen verkeerd geschreven: bijv. Dikijma, Jan Derks Diekema, Derk Jans Dijkema. Deze drie zijn van denzelfden familienaam Dijkema: een naam die in de vroegste geschiedenis van de Afscheiding nog al eens voorkomt, toch werd die in de Acte op drieërlei wijze geschreven. Ge treft Jan Derks en Derk Jans onder elkander in de Acte, vader en zoon, toch schrijft de zoon den naam anders dan de vader. Men vergelijke voor den naam Dijkema, Diekema, Rullmann, a.w. blz. 215-22. De overleden gezant droeg ook den naam Jan: Gerrit Jan Diekema. 2) De rijm-kroniek bezingt de daad der Afscheiding in deze ,dichtregelen", de coupletten 79-81: De Cock mogt van toen aan Gods Woord en wil verstaan, zich van de Staatskerk a) af te scheiden; Gods volk uit Babylon te leiden. 't Bevel dat God door 't Woord toch gaf was: Scheidt u af". 't Drie-vierde der gemeent', dat was met hem vereend; benevens dat: drie ouderlingen b) en twee diakenen, die hingen hem aan: men gaf ook schriftelijk daarvan een blijk. Gemeent' en kerkeraad, herkozen met der daad, hem tot hun Leeraar, en zij kwamen met hem bijéén; zij knielden zamen, en baden God, om in hun paân, hen bij te staan. a) De kerk der vaderen is nimmer Staatskerk geweest; zij was ,bevoorrechte kerk". Men kon haar toen beter landskerk, in 't Schotsch Stated Church, in 't Fransch Eglise établie noemen. b) De dichter" vergist zich hier: twee Ouderlingen teekenden de Acte en drie ,,Diaconen".