ZES-EN-DERTIGSTE HOOFDSTUK HET BEGINSEL VAN DE AFSCHEIDING. Z 700 is dan de Afscheiding een feit geworden! In den loop van de zeventiende eeuw was het reeds eenmaal tot eene afscheiding ge- komen. Althans in den kring van confessioneelen wordt de beweging van Jean de Labadie ietwat tendentieus gekarakteriseerd als de eerste afscheiding van onze vaderlandsche kerk" ¹); gelijk de dweepzieke fractie in het land van Axel, die zich afscheidde onder den naam van ,,de Herstelde kerk van Christus", en den oefenaar J. W. Vijgeboom voor een tijd tot haar voorganger had, door Reitsma's Geschiedenis van de Her- vorming en de Hervormde Kerk gaarne op één lijn wordt gesteld met de Afgescheidenen als beide behoorende tot de zuivere separatisten". 2) Na de aanleiding tot de Afscheiding te hebben beschreven, en nog voordat we overgaan tot het verhaal van haar uitbreiding, dienen we op deze plaats iets te zeggen van het beginsel der Afscheiding. Hier is het nog niet de plaats het beginsel van de Afscheiding in haar geheel genomen te onderzoeken; daartoe zal eerst moeten zijn nagegaan hoe en naar welk beginsel zij zich heeft uitgebreid. Immers mannen van groot gezag hebben geoordeeld, dat de Christelijke Gereformeerde Kerk na 1834 is afgeweken van het standpunt, waarop zij zich in Ulrum had geplaatst. Deze afwijking zou zich niet eerst in 1869, ja zelfs niet in 1839, bij de aanvrage om vrijheid, hebben geopenbaard, maar reeds nà, of goed gezien reeds in 1834 hebben plaats gegrepen. ³) Anderen hebben gewezen op verschil in beginsel bij de Afscheiding te Ulrum met die te Doeveren en Genderen. 4) Het is dan vòòr dat we overgaan tot de geschiedenis der uitbreiding noodig tot klaarheid te komen omtrent het standpunt ingenomen door De Cock met den kerkeraad op Maandag 13 October en waarop de geheele gemeente van Ulrum, met uitzondering van een achttal leden, zich aan den avond van den 14en October naast den kerkeraad heeft gesteld. 5)
Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/635
Deze pagina is niet proefgelezen