Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/67

Deze pagina is proefgelezen
45
NEGOTIE EN RELIGIE


Schot heeft meer gedaan. Deze koopman, met den bekenden Schotschen naam Henderson, behoorde een en andermaal onder de afgevaardigden van de vrije Schotsche kerk naar onze kerken, nog niet sterk en weinigen in getal, klein van krachten, echter vergaderd naar gereformeerd kerkrecht in haar synodes. Toen heeft deze man, om onze handen te stevigen, zelfs geld disponibel gesteld opdat daaruit jongelingen in hun studie aan de School te Kampen konden worden gesteund. Metterdaad heeft dan ook een student, die later onder de predikanten een der meest gezochten was in onze kerken, door den steun van dezen Schot, zijn studie kunnen volbrengen aan de opleidingsschool. 5)
Wat zou men meenen? Zouden onze kerken in staat zijn geweest en zouden ze dat nog zijn tot hetgeen ze hebben moeten bekostigen, indien niet mannen van den handel, der traditie getrouw, diep hadden getast in hun zak, en trouw waren gebleven in hun belijdenis, en vol van ijver voor de zaak des Heeren? Zouden onze kerken zonder hen hebben kunnen tot stand brengen waartoe de Heere ze heeft verwaardigd?
Aan het begin van de geschiedenis dezer kerken dan ontmoeten wij een man van den handel, wiens naams gedachtenis dient te worden gesticht. Hij is ook niet vergeten. Hij mag niet worden vergeten en dààrom wil ik hem noemen en van hem schrijven, opdat wij van hem mogen spreken tot het geslacht van heden!
J. le Feburé was greinfabrikant te Leiden, alwaar hij „in den jare 1792, op den rol der ledematen van de gereformeerde kerke opgeschreven is, na geloofsbelijdenis.” Hij heeft zich bij de leer der vaderen tot heden, dat is tot den dag waarop hij bij J. H. den Ouden te Amsterdam 1828 een zijner geschriften het licht deed zien, „gehouden door Gods genade en hij wenschte daarin te volharden tot den einde”, omdat hij gelooft, „dat alleen volgens die leer de ware troost in leven en in sterven voor den echten Christen gelegen en te vinden is”. Dat geloof bleek in hem niet ijdel, het wel zeggen, niet ledig. Door de kracht daarvan vergaderde hij zich bizonder veel kennis der Heilige Schrift en van de waarheid. Daardoor sprak hij en werd hij gedreven om kampioenen der waarheid met schimp en smaad overladen in geschrift te verdedigen.
Welbeslagen betoonde hij te zijn. Een kampioen geharnasd en vast in het zadel gezeten. Le Feburé greep naar de pen, toen Thelwall tijdens den watersnood in 1825 de boetbazuin had geblazen in zijn: Keert u tot Hem die slaat, en deswege was gehoond door alle de braven en edelen, die de loftrompet hadden gestoken en schreven als een hunner tolken, de Haagsche emeritus ds Bernardus Verwey in een blauwboekje gericht tegen het veel geruchtmakend Adres van zijn collega ds Dirk Molenaar: „durven wij, om ons een gunstige gedachte van den staat onzes vaderlands en van onze kerk te behouden, ons niet beroepen op de daden van hulpvaardigheid,