Pagina:De Duinen en Bosschen van Kennemerland, Van Eeden 1868.djvu/102

Deze pagina is gevalideerd

84

den Haarlemmerhout is gevonden, digt bij de plaats, waar de goede laurens coster eenmaal zijn letter sneed.

Met het aankomen van deze zonderlinge planten wordt het loofdak der boomen al ligter en doorschijnender; de bladeren der kastanjes beginnen het eerst en worden geel, de beuken donker bruinrood aan de toppen. De wind wordt koeler, en het realistisch, doch welluidend gekwink der doortrekkende vinken doet ons gedenken aan de genietingen van het gezellige leven.

Wederom komt een tijd van storm en regen. Het tooneel verandert meer en meer. Wij komen in den Hout terug als de eerste vorst den grond heeft verstijfd. Die grond is bruinrood door de afgevallen bladeren; de zon komt bloedrood op en kleurt de grijze stammen en takjes met haar schijnsel. De boomen zijn bladerloos en trekken de aandacht door de grijze en gele korstmossen (Parmelia), die hen bedekken.—Op de jongste, gladde stammetjes zien wij tallooze zwarte plekjes; door het vergrootglas schijnen het vreemde letters of hieroglyphen. Het is het schriftmos (Ophegrapha). De bladmossen zijn nu in volle kracht; in den Hout zijn het talrijkst Mnium hornum hedw., met groote ovale vruchtjes, Catherinea undulata w. et m., met gekrulde blaadjes en vogelbekachtige, gedraaide, gesnavelde vruchtjes; het Climacium dendroïdes w. et m., met zijne bladkroontjes; het Ceratodon purpureus brid., dat de opene, zandige gronden onder het jonge hakhout bloedrood kleurt, en vooral het prachtige Polytrichum formosum hedw., dat donker fluweele plekken vormt op den golvenden grond. De frambozen hebben ook nu haar blad niet verloren, maar vormen groene, van verre zigtbare boschjes in de boschjes. Hier en daar huppelen meezen door de takken en fluiten met schellen, fijnen toon; de ekster springt kwetterend voor ons uit, en hoog in de lucht hoort men het raauwe gekras der kraaijen. In den toon van beide vogels, vooral wanneer er twee of meer bijeen zijn, ligt een eigenaardig twistziek karakter. Het is als hoorden wij menschen.

Maar de lucht wordt graauw; de sneeuw begint te vallen en bedekt spoedig de takken der sparren met een witten rand.