Pagina:De Duinen en Bosschen van Kennemerland, Van Eeden 1868.djvu/44

Deze pagina is gevalideerd

26

zoowel aan de land- als aan de zeezijde, zoowel op de toppen als in de dalen; zijn eigenlijk gebied is langs de hellingen der valleijen, die het digtst aan de zee grenzen. In het diepst dier valleijen of pannen beschermt hij een flora, die met den plantengroei der drassige heidestreken overeenkomt en tot de merkwaardigste verschijnselen in de Hollandsche duinen behoort.

De flora van deze boomlooze pannen is eigenaardig en oorspronkelijk. In de valleijen digt bij de landzijde vindt men die flora niet, hoe diep zij ook gelegen zijn. Dikwijls moet men een uur ver het duin ingaan, eer men zulk een vallei vindt, maar rijkelijk wordt men voor de moeite beloond, en zelfs voor hem, die dergelijke valleijen meermalen bezocht, behouden ze altijd iets uitlokkends.

Het dal, dat nu voor ons ligt, heeft een onregelmatig langwerpige gedaante; hier en daar springen bruine of witte duinen als voorgebergten uit. Van den heuvelrand aanschouwen wij omlaag een zeer uitgestrekte vlakte, tusschen vrij hooge duinhellingen ingesloten, langs die hellingen tot ver naar binnen geheel met de grijze Hippophaë's bedekt en in het midden met groene strepen doorsneden. In dat groen schitteren duizende witte, roode, gele en blaauwe bloemen; bloemen, die wij in onze weiden en boschjes niet vinden.

Wij stijgen af en banen ons een weg door het digte, drie voet hooge doornbosch van de Hippophaë. Regts en links worden wij gescheurd, gestoken, meermalen struikelen wij over wortels en stronken, maar de groene oasen trekken ons onweerstaanbaar aan.

In het midden van het dal staat een verlatene dwergachtige jeneverstruik, een van de weinige nakomelingen der oorspronkelijke Hollandsche natuur. Boven ons hoofd zweeft de wulp, met klagend, onheilspellend geroep. De muziek der natuur is in overeenstemming met haar tooneelen. Hier stemt alles tot ernst; zelfs de schoone bloemen doen ons door hare nieuwe vormen denken aan een vreemd land.

De groene strepen, die wij in de verte reeds aanschouwden, zijn de vochtigste plaatsen van het dal; dikwijls