Pagina:De Duinen en Bosschen van Kennemerland, Van Eeden 1868.djvu/58

Deze pagina is gevalideerd

40

aangerigt.—Bij de Spanjaardslaan lag het zoogenoemde Spanjaardsveld, later het Hobbele Bobbele veld genoemd, dat eerst in 1706 met boomen is beplant.—In 1755 is een gedeelte van den Nieuwen Hout aangelegd op een veld, naar de zijde van het Spaarne gelegen, en het Kaatsveld genoemd. De zoogenoemde Paviljoenstuin is eerst bij den bouw van het tegenwoordige Paviljoen, in het laatst der vorige eeuw, geplant, en was vroeger een speelveld, de Baan genoemd. In 1828 eindelijk zijn de oude regte lanen van den Ouden Hout voor een gedeelte opgeruimd, en is het bosch naar een geheel nieuw plan met slingerpaden aangelegd.—De overblijfsels der oude lanen zijn nog zeer goed zigtbaar.

De Haarlemmerhout is dus een lapwerk in den geest van den hoed van gellert.—Aan de noordzijde ligt de oude tuin van het Paviljoen, met vele buitenlandsche boomen, en daarachter de zoogenoemde nieuwe Hout, een stuk, dat bij den bouw van het Paviljoen geheel veranderd en later gedeeltelijk tot hertenkamp aangelegd is; aan de westzijde ligt de zoogenoemde Oude Hout, en aan de uiterste westelijke grens langs den straatweg een plantsoen, dat klaarblijkelijk van later dagteekening is.

Juist door die afwisseling, die dooreenmenging van oud en nieuw, van natuur en kunst, thans na een veertigjarige rust eenigzins tot een geheel zamengegroeid, is de indruk van den Haarlemmerhout vrolijk en landelijk.—Zelfs de Spanjaardslaan, hoe statig en indrukwekkend, is niet somber, omdat zij onmiddellijk aan een open weiland en druk bezochte zijwegen grenst.—Ik ken maar twee sombere plekjes in den Hout: het eene is dat, waar wansmaak de uitvinding der boekdrukkunst heeft willen vereeren, het andere is daar, waar aan de oostzijde de Kleine Houtweg in den Hout uitkomt.—Hooge bemoste lindenboomen, een oude muur met het jaartal 1641, een oudevrouwenhofje in een zonderlingen stijl, die eenigzins aan Parijs in de middeleeuwen doet denken; verder een boerderij met een erf en een mesthoop; aan de overzijde een onafzienbaar lang zijpad, waar langs magere eikenboschjes, wier bodem bezaaid is met potscherven, vuilnis, oude