Pagina:De Duinen en Bosschen van Kennemerland, Van Eeden 1868.djvu/59

Deze pagina is gevalideerd

41

lederen, vilten en platgetrapte blikken voorwerpen, en daar tusschen geen gras, maar grasachtige donkergroene spiertjes, eene soort van uijen (Allium vineale L.), die jaar uit jaar in vergeefsche pogingen aanwenden om te bloeijen; dat alles gestoffeerd met een paar dozijn gewone kippen, ziedaar de oostelijke intrede in den beroemden Haarlemmerhout.

Langzamerhand komt daar echter verbetering. Een prachtig landhuis is er verrezen, en hartelijk hoop ik, dat ook het oude-vrouwenhofje en de boerderij eenmaal voor dergelijke landhuizen zullen plaats maken. Er is een tijd geweest dat men de buitenplaatsen sloopte en tot teelland maakte.—Gelukkig is dat niet meer zoo.—De Nederlander is wereldburger. Hier moet zijne woning zijn, zijn akker is de geheele aarde.—Een rijke akker voorwaar,—daarom zij ook de woning rijk.

Geheel anders is de intrede aan de westzijde, langs den Dreef, waar vier breede, luchtige, wel wat winderige lanen een prachtigen toegang geven en uitloopen op een vierkant lommerrijk plein. Ter regterzijde liggen buitenverblijven en logementen, daarover de lagchende hertenkamp met zijn groen, golvend terrein en modelboomen, en voor ons de societeit Trouw moet Blijken.—Dit alles vormt een geheel, dat de Haarlemmers gerustelijk hunne Champs Elysées mogen noemen en waarom geheel Nederland Haarlem meer benijdt dan om het zwaard of de Damiaatjes ... ja zelfs om laurens coster!

Wanneer wij regts van de societeit eene zijlaan inslaan, hebben wij aan onze regterhand een fraai grasperk, aan eene zijde omringd door eenige buitenplaatsen, en links een golvenden, heuvelachtigen, door zware boomen beschaduwden grond. Vele slingerpaden loopen over die groen bemoste bergjes op en neer. Volgen wij zulk een pad, dan zien wij den grond overal meer of minder ongelijk; somtijds zijn het breede bergrugjes, dan weder holle weegjes in miniatuur, tot wij ten laatste over een vrij breeden heuvel in de Spanjaardslaan afdalen. Bijna de geheele Hout, met uitzondering van de nieuwere gedeelten, heeft zulk een ongelijk en golvend terrein. Op sommige plaatsen is die golving door kunstmatigen aanleg