Pagina:De Duinen en Bosschen van Kennemerland, Van Eeden 1868.djvu/61

Deze pagina is gevalideerd

43

tige eiken, die ik de eiken van ruysdaal noem, omdat ik hun beeld telkens in de eiken van dien grooten meester terug vind.—Op het gras of in het jonge hout zien wij hier en daar het purper huislook (Sedum purpurascens koch) en den bremstruik (Sarothamnus vulgaris wimm.), met zijne talrijk goudgele vlinderbloemen; alleen op enkele meest heuvelachtige plaatsen van den Hout te vinden. Op een ander grasperk vinden wij de groote blaauwe bloemaren van het senegroen: (Ajuga reptans L.), in elke Hollandsche duinwildernis zeer algemeen, en op een der hoogste en breedste heuveltjes, onder de zware beuken, in groote menigte de wit-rooskleurige bevallige bloempjes der bosch-anemone (Anemone nemorosa L.). Beide soorten komen in den Hout slechts op twee plaatsen in eenige hoeveelheid voor.

Achter de eiken van ruysdaal staat een boschje met zeer oude boomen, waaronder ook twee stokoude hazelaars (Corylus Avellana L), zoover ik weet, de eenige in den Hout.—Deze hazelaars kunnen zeer wel behoord hebben tot de boomen, die eenmaal hier eene oorspronkelijke wildernis vormden. Alle jaren bloeijen zij nog, maar vruchten heb ik er nooit aan gezien. Ook de vogelkers (Prunus Padus L.) groeit hier met hare groote bladeren en sierlijke witte, overhangende bloemtrossen.

Een eigenaardige plant van den Ouden Hout is ook het klimop, dat hier en daar de heuveltjes en gedeeltelijk ook enkele boomen bekleedt, doch niet algemeen is, en onder de kryptogamen het vrouwen-haarmos (Polytrichum formosum hedw.), dat sommige grasperken met donkergroene fluweelachtige plekken tooit.

Aan het einde van den Hout, bij de Spanjaardslaan, is eene eenigzins diep liggende grasvlakte. Daar groeijen enkele exemplaren van het St. Janskruid (Hypericum perforatum L.), met zijne gele bloemen en talrijke meeldraadjes, zeer algemeen in de bosschen aan den duinkant, doch in den Hout alleen als een overblijfsel uit het oude bosch te vinden. Talrijker in exemplaren groeit daarnevens de knollige steenbreek (Saxifraga granulata L.), een bewoonster der woeste woudstreken en een der fraaiste plantjes, die in het voorjaar bloeijen.—Haar bloemen zijn groot,