Pagina:De Groote Schouburgh Der Nederlantsche Konstschilders En Schilderessen 1719 vol 2.djvu/137

Deze pagina is proefgelezen
112
Schouburgh der

aan bonzen, om hem, zoo hy voor zyn Ezel mocht in ſlaap gevallen wezen te wekken, ja zy hield hem doorgaans zoodanig ontbloot van gelt, dat hy ziende zomtyts fraje printen te koop, waar toe hy geneigt was, als zyn Vrou geen goeden wil had om ’t hem te ſchieten, het gelt van zyne Diſcipelen daar toe leende; en wanneer hy een ſtuk ſchilderye verkogt, daar zy de neus niet over had, dan zoo veel van de ſom afkneep, om die ſchult buiten haar weten te betalen, om dus alle onluſten voor te komen. Ik denk ſchier dat die goeje Man het boekje wel mocht gelezen hebben, daar Doudeins in zyn Haagſche Merkurius van den 1 Nov. 1698 van melt, dat voor de tweedemaal onder de pers was; te weten: De Weer-Wyzer der Vrouwen, zeer dienſtig voor de getroude Mans die haar Engelen naar de oogen zien, om te weten hoe ’t hooft ſtaat.
Hy was zoodanig geneigt tot konſtige teekeningen van Italiaanſche en andere Meeſters, dat hy niet ruſten kon, voor en al eer hy bezitter daar van was. Niet minder luſt had hy tot printkonſt, want Jan Pieterze Somer heeft my verhaalt, dat hy voor een print van Rafael Orbyn, 60 Gulden dorſt beſteden. Dit was de Kindermoord met den Sparreboom. Waar door ook van zyn naargelaten papierkonſt, welke kort na zyn overlyden in ’t Jaar 1683 tot Amſterdam verkogt werd), een brave ſom Gelt gekomen is.
Hy was byzonder naarſtig, gelyk wy gezeit hebben, daar by vaardig in ’t ſchilderen, en al ’t geen hy maakte was meeſtentyt verkogt, eer hy ’t gemaakt had. Justus van Huiſum, die in den jare 1665 by hem de Konſt leerde, heeft my gezegt, dat hy in dien tyd een lange wyl voor een Heer

ſchil-