Pagina:De Ilias van Homeros - Carel Vosmaer (1880).pdf/103

Deze pagina is proefgelezen

49

820Held Aineias, de zoon Afrodite verwekt door Anchises,
Toen op de bergen der Ida de godlijke minde den stervling.
Deze alleen niet stond aan hun hoofd, ook de zonen Antenor’s,
Akamas nevens zijn broeder Archélochos, kenner van ’t strijdperk.
Zij die Zeléia bewonen aan d’uiterste helling der Ida,
825Rijk in bezitting en drinkend het donkere nat des Aisépos,
Trojers van stam, hen leidde de dappere zoon van Lukaoon
Pandaros, wien ook Apollo den boog zelf gaf ten geschenke.
Die Adresteia bezaten en ook de gemeente Apaisos,
Die Pitueia bezaten en ’t steile gebergt’ van Tereia,
830Voerden Adrestos aan en Amfios in ’t pantser van lijnwaad,
Beiden de zonen van Merops, den vorst van Perkóte; de toekomst
Schouwende vóor al d’andren vergunde hij niet dat zijn zonen
Trokken ten moordenden krijg, maar dezen verleenden het oor niet
Aan zijn woord; hen dreven de Keren van ’t donkere sterflot.
835Die om Perkóte de velden bebouwden en Praktion’s beemden,
Sestos voorts en Abúdos bezaten en ’t heilig Arisbe,
Regelde Asios, Hurtakos’ zoon, de gebieder der mannen,
Asios, Hurtakos’ zoon, wiens groote en glanzende rossen
Hem uit Arisbe hadden gebracht, van den stroom des Selléïs.
840Kloeke Hippothoös leidde Pelasgen vertrouwd met de werpspies,
Stammen gevest in Larissa, het land van den hobligen aardkluit.
Nevens Hippothoös bracht hen ten strijd heldhafte Pulaios
Zoon des pelasgischen Lethos, van Teutamos’ stamme geboortig.
Akamas voerde ten strijde, met Peiroös, ’t volk van de Thrakers
845Die de onstuimige stroom van den Hellespontos begrensd hield.
’t Volk der Kikóners, gezwind met de speren, bestuurde Eufemos
Dien Troizénos gewan, uit den stam van den godlijken Keas.
’t Volk met gekronkelden boog, de Paioniërs voerde Puraichmes
Verre van Amudon her, waar d’Axios breed zijnen stroom stuwt,
850D’Axios, die er de aarde besproeit met het helderste water.
Paflagoniërs leidde Pulaimenes, dapper van inborst,