Pagina:De Ilias van Homeros - Carel Vosmaer (1880).pdf/75

Deze pagina is proefgelezen

25

Deze begon welwillend en sprak ter vergaderden aldus:
— Vrienden, van Argos’ volk de bevelende vorsten en leiders,
80Ware die droom ons verhaald door een anderen man der Achaiërs,
Zeker wij noemden ’t bedrog, en wij hielden ons liever daar buiten.
Maar nu zag hem degeen die de eerste zich roemt der Achaiërs,
Welaan, trachtten wij thans de Achaiërs te roepen in ’t pantser.
Alzoo sprekende rees hij het eerst en verliet hij den raadskring.
85D’anderen rezen toen ook, aan den herder der volken gehoorzaam,
Zij, stafdragende vorsten. Het volk liep toen ter bijeenkomst.
’t Was als de scharen der dicht saamdringende hoopen van bijen,
Die er in telkens vernieuwend gezwerm uitdringen ter rotskloof.
Dicht als een druiftros vliegen zij toe op de bloemen der lente,
90Vliegen er scharengewijs hier henen en anderen derwaarts.
Zoo ook ijlden de drommen des volks van de schepen en tenten
Allen te hoop, vooraan op het breed uitloopende zeestrand,
Naar de vergadering saam; in hun midden ontgloeide en dreef hen
[1]Ossa, de bode van Zeus, en zij stroomden ter plaats der bijeenkomst.
95Stormig bewoog zich de menigt’ en onder haar dreunde de aarde
Toen er het volk ging zitten; en ’t was een gewoel, tot hen luidkeels
Negen herauten bedwongen tot stilte, dat allen het schreeuwen
Staakten en gaven gehoor den van Zeus ontsprotenen vorsten.
Noode bedwong zich het volk en bezette in rijen de zitplaats,
100Stakend hun luide geschreeuw; toen hief zich de vorst Agamemnoon
Op zijnen scepter geleund, dien kunstig Hefaistos gemaakt had.
Dezen vereerde Hefaistos aan Kronos’ vorstlijken zoon Zeus;
[2]Doch Zeus schonk hem vervolgens den Argosdoodenden bode;
Deze, de vorstlijke Hermes, beschonk er den rossenbestuurder


  1. 94. Ossa is het gerucht.
  2. 103. Αργεϊφόντης wordt ook verklaard als de lichtaanbrenger, mythiesch de dooder van de honderd oogen van Argos (de sterren). Doch de eigenlijke beteekenissen maakten plaats voor de mythologische. Zoo blijft het Argosdooder, even als aigisschudder.