Pagina:De Ilias van Homeros - Carel Vosmaer (1880).pdf/87

Deze pagina is proefgelezen

37

Samen te roepen ten krijg ’t langharige volk der Achaiërs.
Dezen nu riepen hen op en zij schaarden zich samen met snelheid.
445Om de Atreiden nu spoedden de koningen godlijken oorsprongs,
’t Volk uitlezend, en tusschen hen stond klaaroogig’ Athena,
Dragend de aigis, de schoone, onwelkbare, nimmer verganklijk,
Waar zich honderd kwasten van goud om kronkelden, sierlijk
Allen gevlochten, en ieder wel honderd runderen geldend
450Daarmee glanzend in ’t rond doorliep zij het heer der Achaiers,
Dreef ze tot voortgang aan en bij ieder verhief zij den strijdlust
Weer in het hart om op nieuw volhardend te kampen op ’t slagveld.
Plotsling werd hun de krijg nu zoeter dan ooit de terugkeer
Op hunne holle galeien naar ’t dierbare land van de vaadren.
455Zoo als het vratige vuur de onmeetlijke wouden in gloed zet
Boven het hooge gebergt’ en van verre de rook in ’t gezicht blijft,
Zoo rees bij hunnen tocht het geschitter van ’t vreeselijk koper
Alom glanzend omhoog door den helderen ether ten hemel.
Als de ontelbare vluchten der luchtdoorklievende vogels,
460Kranen of ganzen of zwanen met lang uitrekkende halzen
Die op de vruchtbare beemden van Asias, over Kaüstros’
Stroom nu hier dan ginds voortfladderen, fier op hun vleugels,
Dan luid neerwaarts strijken, en ’t veld weergalmt van hun kreten,
Aldus stroomde in scharen het volk van de schepen en tenten
465Naar des Skamandros’ vlakte, van onderen dreunde de aarde
Schrikkelijk onder de voeten der mannen en ’t rossengetrappel;
Zoo dan stonden zij daar op de bloemige wei des Skamandros,
Duizenden, dicht als de bloemen en bladeren wassen in ’t voorjaar.
Als de ontelbare scharen van vliegen in weemlende menigt’,
470Die voortdurend in ’t rond omzwermen den stal van de herders
In het getijde der lente, wanneer in de kuipen de melk vloeit,
Zoo stond talrijk ’t heer langharige zonen Achaia’s
Tegen de Trojers in ’t veld, vol vuur ze geheel te verdelgen.
Even als herders de kudden der rondom weidende geiten