Pagina:De Ilias van Homeros - Carel Vosmaer (1880).pdf/94

Deze pagina is proefgelezen

40

Chalkis, Eirethria’s volk, Histiaia met welige duifteelt,
Ook Kerinthos aan zee en de rotsige veste van Dion,
Zij die Karustos bezaten en Stura hadden tot woonplaats,
540Dezen geleidde ten strijd Elefénor, van Ares’ geslachte;
Hij was zoon van Chalkódon en vorst van de stoute Abanten;
Met hem de vlugge Abanten, de haren gevlochten naar achter,
Sterk met de lansen, begeerig de essen schaften te strekken
Die om des vijands schouders verscheuren het dekkende pantser.
545Veertig donkere schepen verzelden hen hier op den heertocht.
Dan die Athenai bezaten, de stevig gemetselde burgstad,
’t Land van Erechtheus, fier van gemoed, dien vroeger Athena
Dochter van Zeus opvoedde — hem baardde het vruchtbare aardrijk —
Dien z’in Athenai verborg in haar rijklijk begiftigden tempel,
550Waar hem de jongelingschap der Atheners met stieren en rammen
Brengt de verzoenende offers op ’t feest van den wentlenden jaarkreits.
’t Was Menestheus, Peteos’ zoon die dezen ten strijd bracht,
Hem evenaarde er geen van het levend geslachte der menschen
Om strijdwagens te scharen en rondasvoerende manschap.
555Nestor alleen was dezen gelijk, als ouder van leeftijd.
Vijftig donkere schepen verzelden hem hier op den heertocht.
Ajas voerde zijn schepen van Salamis mede, een twaalftal.
Deze nu plaatste zijn volk nabij de atheensche geleedren.
Zij nu die Argos bezaten en Tiruns stevig van bolwerk,
560Asine ook en Hermione saam aan de krommende zeebocht,
Troidzen, Eïona, voorts Epidauros de vruchtbare wijnstreek,
Ook die Aigina en Mases bezaten, de jonge Achaiërs,
Dezen geleidde ten kamp Diomedes, geducht door zijn strijdkreet,
Sthenelos mede, de zoon des met eere befaamden Kapaneus;
565Dezen verzelde als derde Eurualos, goden gelijkend,
Zoon van den koning, gesproten uit Talaos stamme, Mikistheus.
Doch hun allen gebood Diomedes, geducht door zijn strijdkreet;
Tachtig donkere schepen verzelden hen hier op den heertocht.