N°. 31. 1868. Zondags-Lektuur voor het Katholieke Nederlandsche Volk
| ||
UITGEGEVEN DOOR De Administratie van de Katholieke Illustratie St. Jorisstraat. - 's Hertogenbosch. Bij HENRI BOGAERTS, opvolger van P.N. VERHOEVEN Drukker en Boekhandelaar van Z.H. Paus Pius IX. |
ONDER REDACTIE VAN H.A. BANNING en J.W. THOMSON, MET MEDEWERKING VAN Aug. SNIEDERS Jr., Dr. J. Ren. SNIEDERS, den ouden en jongen VALENTIJN en meer andere Katholieke Letterkundigen. |
Elk Vel van 8 pag. kl. fol. kost slechts 6½ Cents. Men teekent in voor een geheelen jaargang bij alle Boekhandelaren en bij de Administratie. |
INHOUD: De muizentoren. ― Het overbrengen van het stoffelijk overschot van Maximiliaan, Keizer van Mexiko. ― De plegtige uitvaart voor de gesneuvelde Pauselijke Zouaven te Amsterdam. ― Keizer Frans Joseph I. ― Het vliegen der spinnen. ― Spinnen in de lucht. ― Herfstdraden. ― Allerlei. | ||
DE MUIZENTOREN.
Te midden van eene hooge vlakte, die gedeelteliJk tot de Pruisische provincie Posen, gedeelteliJk tot het koningrijk Polen behoort, bevindt zich een zeer uitgestrekt meer, dat het meer Goplo geheeten wordt. Het is omtrent 15000 morgen groot en heeft eene diepte van 30 tot 40 voet. Drie vierde gedeelte er van ligt op Pruisisch gebied, het overige bespoelt den ongelukkigen grond van Polen. De bergachtige landstreek, die het meer omringt, biedt op vele plaatsen schilderachtige punten aan; prachtige bosschen verbergen hier en ginds de oevers, dringen diep het meer in of blijven er op aanmerkelijken afstand van terug, om het gouden graan gelegenheid te geven zich in de wateren te spiegelen. Kasteelen van landedellieden verheffen hunne tinnen tusschen het hoog geboomte en geven de streek een regt levendig en vrolijk aanzien. Bevallige dorpen, met rijke akkers omringd, scheiden de bosschen van elkander en liggen veelal om de kasteelen, onder welker bescherming zij gesteld schijnen. Het stadje Kruschwitz, dat aan het meer zijne welvaart te danken heeft, strekt zich als een lange streep langs zijne boorden uit; de inwoners maken zich meester van den schat van visch, dien de wateren verbergen, en verspreiden dien op uren afstands over de naastbijgelegen plaatsen. Overigens houden zij zich met den landbouw bezig, daartoe in staat gesteld door Frederik II, koning van Pruisen, die den woesten, rotsachtigen grond, welke eens het Goplomeer omringde door allerlei middelen trachtte te verbeteren. Voornameliik deed hij zulks door lange kanaIen te graven en die met het meer te verbinden.
De Muizentoren.
In de nabijheid van Kruschwitz bevindt zich te midden des meers een klein eiland, dat zich allengs door aanslibbing heeft gevormd om de achthoekige ruïne van een kasteel, dat meer dan duizend jaren geleden op die plaats werd gebouwd. De ruïne bestaat nog slechts uit een enkelen toren; het overige des kasteels is door den tand des tijds weggeknaagd. Wat van het eenmaal sterke gebouw is overgebleven, wordt door het volk bestempeld met den naam van muizentoren; de geschiedenis van dien toren ligt oud en jong in den mond.
De legende van den muizentoren is meer dan tien eeuwen oud. De Poolsche kronijk van Martinus Gallus, die bij het jaar 1109 eindigt, vermeldt haar zonder een jaartal op te geven, waarin de bedoelde gebeurtenis plaats greep; de wijze, waarop Gallus er over spreekt, doet vermoeden, dat ten zijnen tijde de legende reeds zeer oud moest geweest zijn. Nu heeft men nog eene tweede legende van een muizentoren; zij is gehecht aan eene ruïne aan den Rijn; vermoedelijk is zij zonder grond en slechts eene navolging van die van den muizentoren in het Goplomeer. Wat hier van zij, in ieder geval is de laatste de oudste en de ware, al zou de legende van de ruïne aan den Rijn ook niet tot het rijk der verdichting behooren.
Verhalen wij in korte woorden de legende van den muizentoren.
Leszek III, koning van Polen, liet bij zijn overlijden een onmondigen zoon na, Popiel II, dien hij onder voogdijschap had geplaatst van zijne broeders, de heeren van Kassuber, Brandenburg, Pommeren enz. Deze broeders beijverden zich om het Poolsche rijk tot eenen bloei te brengen, dien het onder Leszek III nimmer gekend had; zij behartigden met den meesten ijver de belangen van hunnen neef en deden hem, mondig geworden, op een troon stijgen, die op de liefde en den voorspoed des volks gegrond was. Ongelukkig stelde Popiel de verwachtingen, die men van hem gekoesterd had, droevig te leur; hij toonde zich in geen enkel opzigt zijner groote voorvaderen