Pagina:De Katholieke Illustratie vol 001.pdf/254

Deze pagina is proefgelezen

N°. 32.
1868.
Zondags-Lektuur voor het Katholieke Nederlandsche Volk


UITGEGEVEN DOOR
De Administratie van de Katholieke Illustratie
St. Jorisstraat. - 's Hertogenbosch.
Bij HENRI BOGAERTS, opvolger van P.N. VERHOEVEN

Drukker en Boekhandelaar van Z.H. Paus Pius IX.
ONDER REDACTIE VAN
H.A. BANNING en J.W. THOMSON,
MET MEDEWERKING VAN
Aug. SNIEDERS Jr., Dr. J. Ren. SNIEDERS, den ouden en jongen VALENTIJN
en meer andere Katholieke Letterkundigen.
Elk Vel van 8 pag. kl. fol.
kost slechts
6½ Cents.
Men teekent in voor een geheelen jaargang bij alle
Boekhandelaren en bij de Administratie.

INHOUD: Nazareth. ― Het vliegen der spinnen. ― Spinnen in de lucht. ― Herfstdraden. ― James Watt, de uitvinder van het stoomwerktuig. ― De stoomploeg. ― Achttien eeuwen. ― Geschiedkundige verhalen voor het Katholieke volk van Nederland. ― I. De laatste dagen van Jerusalem. ― Allerlei.


NAZARETH.


Nazareth!… In welke heilige verrukking geraakt de geest des menschen bij het hooren van dien liefelijken naam, waaraan hij onmiddelijk den gezegender van Maria verbindt! Men noemt, leest of hoort den naam van het nederige stadje, en eensklaps is geest in werking en zweeft, op de vleugelen der liefde gedragen, over Europa's dalen en bergen, stroomen en zeeën, en zoekt, in een uithoek van Azië, in het land der gewijde geschiedenis, tusschen de bergen van Galilea naar het geringe stedeke, waar eens het grootste wonder der liefde gewrocht werd. Daar vertoeft hij met innig welgevallen, en, zich achttien eeuwen, die verloopen zijn, verplaatsende meent hij bij het onderhoud, tusschen Maria en den Godsgezant, tegenwoordig te zijn de aanbidding werpt hij zich ter neder en verbergt zijn hoofd in het stof.

Nazareth beteekent in het Hebreeuwsch de stad der bloemen. In dien gezegenden tuin ontlook de geheimzinnige bloem van Jesse. De verbeelding zou voor de heiligste der Maagden geen kalmer, geen schooner verblijfplaats hebben kunnen uitdenken. De stad van Maria, in het vruchtbare Galilea gelegen, is door de natuur met hare rijkste gaven bedeeld. Van verre schijnt zij door een wal van groen en bloemen omringd; de huizen zijn wit en net gebouwd. De Katholieke kerk verheft haren slanken toren fier hemelwaarts; in het midden der stad gelegen, schijnt zij met welgevallen op de huizen, die haar beschermen, neder te zien. Ook de Armeniërs hebben eene kerk, op de plaats der Synagoge, waarin eens Jesus tot Zijn ongeloovig volk sprak. Nergens ter wereld wordt de naam van Maria zoo dikwerf genoemd als in Nazareth, ofschoon Spanje in dit opzigt met Nazareth wedijvert. Den pelgrims, die altijd het broederlijkst onthaal vonden, klinkt onophoudelijk die heilige naam in de ooren. Al de vrouwen van Nazareth noemen zich bloed-verwanten van de moeder van Jesus, en zoo de vreemdeling verbaasd staat op het zien van hare schoone gelaatstrekken, geven zij aanstonds te kennen dat zij die aan hare bloedverwantschap met Maria te danken hebben.

Gezigt op het stadje Nazareth.

De huizen van het stadje bestaan uit twee deelen en zijn gebouwd op de hellingen der heuvels; het eene deel vertoont zich aan het oog, het andere is in den berg uitgegraven. Dit laatste is des zomers een toevlugtsoord tegen de groote hitte en des winters tegen de strenge koude. Evenzoo gebouwd was het huis der H. Familie; men weet dat dit zich sedert het jaar 1291 te Lorette bevindt, waarheen het door de engelen vervoerd werd. Op de plaats verheft zich nu de kerk, waarin door de Paters Franciscanen de godsdienstoefeningen gehouden worden. In deze kerk is de ingang naar de crypte der Boodschap, waarin men langs twee trappen van zeventien treden afdaalt. Hier, in het in de rots verborgen gedeelte des huizes, bevond zich Maria in het gebed, toen de Engel haar verscheen en zeide: „Wees gegroet, vol van genade, de Heer is met U, gezegend zijl Gij onder de vrouwen.” Maria was verwonderd op het hooren dezer groetenis, maar de Engel stelde haar gerust, en volbragt daarop de zending, waarmede hij door den Eeuwige belast was. Het antwoord, dat hij ontving, vervulde hemel en aard met vreugd, de hel met schrik: „Zie de dienstmaagd des Heeren, mij geschiede naar Uw woord!” Op dat zelfde oogenblik is het Woord vleesch geworden, en heeft God de menschelijke natuur aangenomen.