Pagina:De Katholieke Illustratie vol 001.pdf/257

Deze pagina is proefgelezen

252

bedekt gemaakt, en zijn roem tot de uiterste grenzen der aarde gevoerd heeft. Hij zelf zegt, dat van nu af alle andere verbeteringen van zijne stoommachine zich snel en onafgebroken opvolgden. De verbinding van dit vat (condensator) met den cilinder voldeed echter niet aan alles; want de tot water verdigte stoom, die zich in het onderste gedeelte van den condensator verzamelde, werd eene hindernis; hierin werd echter gemakkelijk voorzien door den bodem van den condensator in verbinding te brengen met eene pomp, welke door het mechanisme der machine in beweging gesteld wordt.

Eene andere moeijelijkheid bestond daarin, dat er bij het dalen van den zuiger in den cilinder lucht binnen drong, en zijne temperatuur zoo verminderde, dat bij het volgend zuigerheffen een deel van den in de buis dringenden stoom verdigt werd. Om hier in te voorzien sloeg Watt voor, het bovenste gedeelte van den cilinder met eene lucht- of stoomdigte bus geheel te sluiten, den zuigersteel echter in pakking te laten bewegen en den zuiger zelvem door damp in plaats van door lucht neder te drukken. Door deze verandering verloor de luchtdrukkingsmachine hare vorige eigenaardigheid en werd eene werkelijke stoommachine; ook was het geene verbetering; die Watt haar aanbragt maar eene volkomen nieuwe uitvinding.

Bij dit alles echter begonnen nu slechts de voornaamste moeijelijkheden voor onzen bescheiden en schuchteren mechanicus, die, ofschoon overtuigd van het groot gewigt zijner uitvinding, op verre na de bespraaktheid en standvastigheid niet bezat, welke gewoonlijk vereischt wordt om anderen te overtuigen en tot het aanwenden der noodige middelen over te halen.

Gelukkigerwijze kwam hij nu in aanraking met den kennisvollen doctor Roebuck, die hem in staat stelde zijn denkbeeld tot uitvoering te brengen.

De eerste machine, die vervaardigd werd, was eene zoogenaamde eenvoudig werkende machine; zij moest als proef gelden en onderging van tijd tot tijd verbeteringen, naarmate de omstandigheden ze aan de hand gaven, tot dat zij eindelijk eene groote volmaaktheid bereikte. Daar Dr. Roebuck echter vele ongelukken troffen, verloor Watt in hem weldra zijn steun, en stond hij weer ontmoedigd en krachteloos alleen.

James Watt, de uitvinder van het stoomwerktuig.

Eensklaps verklaarde zich nu een zekere fabrikant van Birmingham, Mathew Boulton, geneigd om in Roebucks plaats te treden. Nu begon in het begin van 't Jaar 1775 de nieuwe compagnie hare werkzaamheden, na eerst de zaak naar Loho bij Birmingham verplaatst te hebben. Daar Boulton niet alleen over een groot kapitaal beschikken kon, maar ook alle eigenschappen bezat om de voortbrengselen hunner kunst ter markt te brengen, steeg de onderneming in korten tijd tot een grooten bloei. De teruggetrokken en stille Watt zou moeijelijk een beteren compagnon hebben kunnen aantreffen; want de ondervinding leerde, dat men niet voor tegenspraak terug moest wijken en alle kunst der overreding noodzakelijk was om de nieuwe uitvinding een weg te openen. Ja, 50.000 ponden waren door de onderneming uitgegeven, voor dat deze eenig voordeel afwierp.

De stoommachine werd tot 1780 slechts voor het waterpompen in de kolenmijnen benuttigd. Watt echter dacht nu de belangrijke verbetering uit, welke de groote veranderingen moest aanbrengen, die sedert dien tijd de meeste technische bedrijven ondergaan hebben, welke niet onmiddelijk van handarbeid afhangen. Men moest namelijk de op- en neergaande beweging in eene draaijende veranderen en hierdoor de machine voor molens enz. dienstbaar maken.

Reeds in 1780 maakte Watt een proefmodel, ingerigt naar het voorbeeld eener draaibank; dit denkbeeld was hem op eene schelmachtige wijze ontnomen en door een ander tot uitvoering gebragt. Daar deze zich hiervan een patent had laten geven, zag Watt zich genoodzaakt de oorspronkelijke gedachte door eene andere te vervangen, waarin hij nu op eene hoogst behendige wijze de zoogenaamde zons- en planetenbeweging invoerde. Het werk bleef echter nog altijd onvolmaakt, zoolang de zuigerstang met den evenaar der machine door een keten verbonden bleef; deze keten toch kan wel naar boven trekken maar niet naar beneden drukken.

Het gelukte Watt door eene doelmatige vinding ook deze zwarigheid op te heffen. De machine kreeg hierdoor juistheid en zekerheid in hare bewegingen en werd veel minder kostbaar; niet alleen toch verbrandde zij een derde minder kolen maar ook al hare deeIen werden veel kleiner en konden dus goedkooper gemaakt worden.

Het zoude ons te ver voeren, wanneer wij bij de vele nieuwe aanwendingen die Watt der stoommachine gaf, wilden blijven stilstaan, of ons bezig houden met de menigte van kleinere uitvindingen, die zijn scheppend vernuft daarstelde.

Nadat het oorspronkelijk patent in 1800 verloopen was, ging de machinenfabriek door een nieuw verdrag aan de zonen van Watt en Boulton over. In den zomer van het jaar 1819 werd Watt zelf door eene schijnbaar onbeduidende ziekte aangevallen : doch vol overgeving aan den wil van God, erkende hij weldra, dat zijn laatste uur gekomen was. Hij stierf dan ook den 19 Augustus van datzelfde jaar op zijn landhuis te Heathtfield nabij Birmingham in den ouderdom van 83 jaren, en werd in de parochiekerk van Handsworth naast zijnen kort te voren ontslapen vriend Boulton begraven.

S. D.