Pagina:De Katholieke Illustratie vol 001.pdf/78

Deze pagina is proefgelezen

68 / 69

TWEE KEIZERS TE SALZBURG.



In het laatst der maand Augustus heeft in de oude bisschop-stad Salzburg eene merkwaardige bijeenkomst plaats gehad. Keizer Napoleon bragt daar een bezoek aan keizer Frans Josef. Die bijeenkomst baarde veel opzien, omdat Napoleon Parijs verliet op het oogenblik, dat daar dagelijks vreemde vorsten aankwamen, om de tentoonstelling te bezoeken, en te midden van politieke verwikkelingen, die de rust van Europa geen dag levens konden verzekeren. De Fransche Moniteur zeide, dat Napoleon behoefte gevoelde, om den keizer van Oostenrijk zijn leedwezen te gaan betuigen, over den noodlottigen dood van zijn broeder, den keizer van Mexiko. De publieke opinie meende er echter een andere oorzaak voor te moeten zoeken, en ik geloof dat de publieke opinie ditmaal gelijk had.

Men verhaalt dat de zoogenaamde profeet Mahomed eens door zijne volgelingen zeer in het naauw werd gebragt. Zij verlangden namelijk van hem dat hij een wonder zou verrigten, om daardoor zijne hooge zending te bewijzen. Mahomed gevoelde zich niet zeer op zijn gemak doch liet daarvan niets blijken, rigtte fier het hoofd op, stak de regterhand uit naar een nabijgelegen berg en sprak: „Berg, kom tot mij!” Daar de berg echter niet in beweging kwam en niet de minste geneigdheid aan den dag legde om aan dit bevel te voldoen, begreep de leugen-profeet dat hij te ver gegaan was en zijne reputatie op het spel stond. Zonder zich echter uit, het veld te laten slaan, zeide hij driest: „Het is mijn wil dat wij elkander zullen ontmoeten. Wanneer de berg niet tot Mahomed wil komen, zal Mahomed tot den berg gaan.”

En hij deed alzoo.

Of dit nu door zijne volgelingen ook voor een wonder aangezien is, hiervan spreekt de legende niet.

Gezigt op Salzburg.

Met den leugen-profeet van het moderne liberalismus, Napoleon III, heeft ongeveer hetzelfde plaats gehad. Reeds vele jaren heeft hij, om een staaltje van zijn magt te laten zien, den keizer van Oostenrijk toegeroepen: „Habsburger, kom tot mij!” Wat alleen beteekende: „verlaat de politiek, die gij tot dusverre gevolgd hebt; erken de voldongen feiten, luister niet meer naar de stem van uw geweten, maar omhels de moderne ideeën; roep als zoovele anderen: het liberalismus is groot, en Bonaparte is zijn profeet! en ik zal u tot een magtig heerscher maken.” Doch de eerlijke Habsburger bleef onbewegelijk als de berg van Mahomed. In de lente van het gewigtig jaar, dat wij beleven, togen een aantal gekroonde hoofden naar de Seine-stad, niet op bevel maar op den wensch van den modernen Mahomed, en hij riep weder: „Habsburger, kom tot mij!” maar de Habsburger kwam niet. Er was echter sedert een jaar veel gebeurd, wat de zamenkomst met keizer Frans Jozef voor Napoleon noodzakelijk maakte, niet om hem nogmaals de heerlijkheden van de moderne ideeën te openbaren, maar om met die gehavende ideeën troost en hulp te zoeken bij den man, die in onzen sloopingstijd nog op den bodem van het regt en de geregtigheid staat, bij den Habsburger. Het volk begon te morren; het had achting gekregen voor de grootsche figuur van den monarch, die, gedachtig aan de spreuk: Wat baat het mij de gansche wereld te winnen, wanneer mijne ziel daardoor schade lijdt! zich liever van zijne bezittingen ziet berooven, dan te heulen met hen, die goddelijke en menschelijke wetten met voeten treden en verkrachten; het volk begon te twijfelen aan de wonderen van het liberalismus, dat in zijne eigene strikken verward was.

En zoo is het gekomen, dat de moderne Mahomed naar den Habsburger ging, die niet tot hem wilde komen.

Kunnen al de adelaars en naamletters van den keizer der Franschen in het gebouw der wereld-tentoonstelling, kan al de luister, bij het verblijf der Souvereinen te Parijs ten toon gespreid, deze vernedering wel bedekken?

Dat de feiten spreken!

Sinds den 1en Januarij van het noodlottige 1859, toen het bliksemend woord van den Imperator het onthutste Europa deed trillen, hebben de apostelen der moderne ideeën het gezag des keizers van Oostenrijk ondermijnd. In bondgenootschap met het revolutionnaire Italië heeft Napoleon III den Habsburger uit zijne bezittingen in Italië verdreven, en of dit nog niet genoeg ware, hem later in een oorlog gewikkeld, die hem buiten de grenzen van Duitschland plaatste, waar hij hem schier zieltogend liet liggen.[1] Maar op datzelfde oogenblik bleek het, dat de revolutie, door Napoleon III gekoesterd en gevoed, hem boven het hoofd gegroeid was, en hij op zijne beurt haar slagtoffer dreigde te worden. Alle politieke kansen werden berekend, doch het bonapartismus zat in zijne eigene strikken verward en werd nu door hen bedreigd; die het tot deelgenoot van zijne politiek had gemaakt. De consequentie der moderne ideeën wendde zich tot haren hoogepriester; het liberalisme begon aan de magt van zijn profeet te twijfelen, en in dien uitersten nood deed Bonaparte als Mahomed: hij ging tot den Habsburger.

Men weet dat het gelaat van Napoleon is als het marmer eener buste, zoodat men nooit kan zien, welke gewaarwordingen hem bezielen. Die eigenschap zal hem te Salzburg zeer te stade zijn gekomen. Wat moet er niet zijn omgegaan in zijn gemoed, toen hij in het eerlijk oog van den Habsburger als in een spiegel het lijden las, dat hij over hem en zijn huis had uitgestort! zou hij welligt niet gaarne kroon en scepter gegeven hebben, om met den Habsburger te kunnen zeggen: ik heb een goeden strijd gestreden en het geloof behouden?

Josef kwam er, vóór zijn tijd grijs geworden, gedrukt onder den last der zorgen, met een donkere toekomst voor zich en vermorzeld onder het zieleleed over den vreeselijken dood van een geliefden broeder, doch hij droeg het bewustzijn in zich dat de eer zijner kroon onbesmet was gebleven. Kwam hij ook als martelaar, hij was en bleef tegenover Napoleon de vertegenwoordiger

  1. Men zal zich herinneren, dat Napoleon na den slag bij Königgrätz, toen men hem verzocht Oostenrijk hulp te verlenen, heeft gezegd: „Ik kan toch geen alliantie sluiten met een lijk!”