Pagina:De Telegraaf vol 005 no 1696 Avond-editie.pdf/6

Deze pagina is proefgelezen

en komt tot de slotsom, dat de D.-M. deze gratificatie ruimschoots kan betalen uit het bespaarde op salarissen.
Ten overvloede wordt dan nog geïnsinuëerd, dat het door de maatschappij gestichte pensioenfonds vrijwel een wassen neus is, en, aangezien zij geen risico loopt en slechts als bemiddelaarster zou optreden, daaraan eerder nog geld zou verdienen.
Hiertegen nu valt het volgende aan te voeren. Het is zeer gemakkelijk te vertellen, dat „de kleine maatschappijen“ meer betalen, maar het is zeer moeilijk de maatschappijen te vinden, die behalve salarissen van ƒ 300 en ƒ 400 gratificatiën en aandeel in de winst geven. Er is mij slechts ééne maatschappij bekend bij welke dit het geval is n.l. de „United Langkat Plantations Cy. Ld.“, eene Engelsche dus. Bij enkele anderen zooals de „A’dam Deli-Cie.“ zijn de salarissen ook hoog en deelen de oudere assistenten in een zeker deel van de winst der onderneming waar zij werken, doch bij verreweg het grootste gedeelte is van gratificatie noch aandeel in de winst sprake, terwijl salarissen van ƒ 400 zeldzaam zijn.
Buitendien is het een groot voordeel boven collega’s, assistent te zijn bij de Deli-Maatschappij, vooral in crisistijd en, wanneer de kleinere maatschappijen en particuliere planters veelal hun personeel moeten inkrimpen en is het van algemeene bekendheid, dat het „va et vient“, waaraan andere maatschappijen hunne dikwijls slechte reputatie danken, bij de Deli-Maatschappij zoo goed als onbekend is. Zelden hoort men van ontslag zonder gegronde redenen en dit geeft niet alleen een zeker cachet aan de betrekking zelve, maar getuigt ook van een betere behandeling der geëmploieerden.
Wat de pensioenkwestie aangaat, valt op te merken, dat wanneer men gedurende 15 jaren 10 pct. van een salaris ad ƒ 4170 zou storten ten behoeve eener pensioen-verzekering, dus ƒ 417.— per jaar, men daarvoor bij geen enkele verzekering-maatschappij na afloop van dien termijn, gewoonlijk op 35 à 40 jarigen leeftijd, een jaarlijksche uitkeering van ƒ 1000.— zou kunnen verkrijgen.
Dit is zoo klaar als een klontje. Wie den waardigen dorpeling heeft wijs gemaakt, dat de Deli-Maatschappij slechts als tusschenpersoon fungeert en geen enkele risico draagt, blijkt dus al zeer slecht ingelicht te zijn geweest, terwijl daarmede tegelijk de insinuatie, als zou die maatschappij nog eene verzekeringscommissie verdienen, is weerlegd.
Eigenlijk zou dit geheele geschrijf geen weerlegging waard zijn en ik ben daartoe dan ook hoofdzakelijk gekomen doordien, afgescheiden van het te velde trekken tegen de Deli-Maatschappij, waarmede ik persoonlijk niets te maken heb, de beweringen van den inzender zoo hoogst belachelijk en in onzen tijd zelfs ongepast zijn.
Voor de betrekking van assistent in de tabak is ieder, die een gewone opvoeding met vrucht heeft genoten, die een gezond verstand en een gezond lichaam bezit en een eenigszins flink karakter, bruikbaar. De meer speciale vakkennis en de ondervinding doet hij hier op en voor het aanleeren daarvan betaalt hij niets. Waar nu tegenover deze matige eischen een tractement staat van drie tot vier duizend gulden ’s jaars, na vijftien jaren dienst een levenslang pensioen van ƒ 1000 per jaar en de kans bovendien administrateur te worden en binnen weinige jaren een kapitaal te verdienen, daar gaat het niet aan te schrijven: „Hier in ons dorp wil Jan en alleman naar Deli gaan, men heeft veel (?) salaris en wat al niet meer, maar Gode zij dank, dat mijne ouders gefortuneerd genoeg zijn, wie weet of ik anders ook niet naar Deli zou gaan.“
Wat moet men in Holland niet kunnen presteeren om het tot een dergelijk tractement te brengen? Laten zich de flinke Hollandsche jongens toch vooral niet laten afschrikken. Niet alleen hier maar overal ln Indië is voor wie werken wil en kan veel eer een boterham te verdienen dan in het vaderland, waar de markt overstroomd is door goedkoope arbeidskrachten.


De telegraaf bracht ons het bericht dat de heer Cremer vermoedelijk in het nieuwe Kabinet de portefeuille van Koloniën zal aanvaarden. Een man van de praktijk dus en geen oud-Indisch hoofdambtenaar of jurist. Het is te hopen, dat dit Indië ten goede zal komen; er valt nog veel te verbeteren, ook in deze residentie, en hier meer speciaal op het gebied der pachten. Doch daarover een ander maal.

Jak Tabak.


INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.

à 50 Cent per Regel.



BERICHTEN.



Algemeene Berichten.

Te Fokshol (Gr.) herdacht Zaterdag de hoofdopzichter der fabriek „Tonden“ van de firma W. A. Scholten, de heer P. J. Maathuis, onder vele blijken van belangstelling van personeel en patroons, den dag, waarop hij 25 jaar geleden bij de firma in betrekking trad. Hij werd door den heer J. E. Scholten hartelijk toegesproken en ontving tot aandenken een gouden horloge met begeleidend schrijven.



Door wijlen mej. C. G. A. van der Poel is aan legaat vermaakt aan het oude mannen- en vrouwenhuis te Zaltbommel, groot ƒ 4000, vrij van successierechten.



Te Borger is overleden de heer H. Berents, secretaris dier gemeente sedert Augustus 1893 en lid van het bestuur van den kunstweg Gieten—Klinkmolenbrug.



Leger en Marine.

De luit. ter zee 2e kl. G. A. H. van der Stok, R. W. Hartman, B. C. A. van Renterghem en G. A. F. Raland zijn geplaatst aan boord resp. van Hr. Ms. Evertsen, Kortenaer, Marnix en Dolfijn.



Het verlof wegens ziekte, verleend aan den kapitein der genie G. J. Cassa en wegens langdurigen dienst aan den 1en luit. van genoemd wapen L. J. R. Geene, beiden van het O.-I. leger, resp. te ’s-Gravenhage en Den Bosch vertoevende, welk verlof uit. Oct. a.s. expireert, is met 6 maanden verlengd.



De detacheering van den 1en luit. der inf. T. B. van Lelijveld, bij de landmacht in West-Indië, alwaar hij belast is met de functie van adjudant van den gouv. der kolonie Suriname, welke op 4 Dec. a.s. expireert, is met 6 maanden verlengd.



De bij het leger in Oost-Indië nieuwbenoemde officieren van gezondh. 2e kl. E. J. Crooy, A. Hasskarl Medenbach, C. K. Gollner en A. G. Sedee, zullen, na bij het koloniaal werfdepôt beëedigd en in dienst gesteld te zijn, in het genot van onbepaald verlof worden gesteld, in afwachting van nadere bestemming.



Doopsgezinde Gemeenten.

Beroepen: te Meppel, A. Zinnerts, te IJtens (Fr).



Familieberichten.

Burgerlijke Stand van Amsterdam.

Aangegeven op 23 Augustus 1897.

GEBOORTEN. M. Luttge—Kruse z., S. Engelsman—Gobes z., J. Preijer—O. Essen d., J. Mooren—Bovemans z., C. Mast—Bloeme d., G. Hollander—Mandemaker d., J. Rijlama—Van der Woude d. en z., G. Lehman—Rodenhuis z., A. v. d. Looij—Koalegem d., A. Cramer—Smit d., J. v. Velden—Lange d., R. Kater—De Beer z., S. Hanst—Fernhout d., R. Polak—Cahn d., Th. Koning—Kruijn z., H. Wertheim—Bloemhof d., P. Polman—Madlener z., G. Jansen—Kamp d., J. v. Keulen—Zahradnik d., C. Roos—Praving z., S. de Groot—Buck z., S. Lever—Croeze z., J. Eduig—Killegers z., J. Lubsen—Topsvoort z., J. Vagevuur—Smit z., C. Nesters—Postma d., J. Meents—Rles z., M. Oerlemans—Versluis z., M. Diekmann—V. Schaick 2 d., M. Meltzer—Mähler d., C. v. d. Valk—Muller d., M. Kamstra—Driezen z., W. ter Punt—Beijer d., M. Berkhof—Kleerkoper d., W. van Gijn—Jacobs z., M. v. d. Veen—Rolhuijs d., A. van Driel—Rijkaard z., P. Zegers—Van Stellingwerff d., J. Fredrikstadt—Pop z., C. Leeflang—Lock z., A. Aris—Baart d., M. Kabas—Philippus z., N. van Eeren—Vos d., B. Berkenhamer—De Munnik d.
OVERLIJDEN. M. Bervier v. wed. van E. Weber 69 j., J. M. Baumfalk v. geh. met R. J. Hamersma 52 j., F. Brouwenstijn m. 7 w., H. M. Cinqualbre v. 3 w., G. van Duist m. 5 m., H. v. d. Helm v. 3 w., J. W. A. Hofman m. 16 m., M. L. Hendriks v. 18 j., L. P. Hoppen v. 8 d., E. Huizinga v. wed. v. S. J. Postman 74 j., J. D. Hespe m. 8 m., J. A. Jansen m. 20 j., M. A. Klaassen v. 3 d., H. W. Luising m. geh. 70 j., A. A. Luiting v. geh. met N. J. Langenacker 29 j., H. Mooleman m. 4 m., J. van Nie m. geh. 48 j., W. P. Rijnshoeven v. 9 w., J. E. Ruurs v. geh. met J. J. Steinmesch 71 j., C. A. W. M. Scholte v. 19 j., J. S. Stumpf v. 3 m., J. H. L. Tietzel m. 12 d., H. Tonglet m. geh. 77 j., W. Verheul m. 16 m., J. A. W. de Waart v. 4 m., L. de Wit m. 9 m.



Familie-berichten uit andere bladen.

Aug. Gehuwd:
19 H. A. Vermeulen en M. A. Wagenaar, Wijk bij Duurstede.
A. Maaskant jr. en A. W. Seppen, Hilversum.
C. E. Reuhl en M. J. v. d. Weijden, Utrecht, Amsterdam.
D. H. Keur en C. E. Thomsen, Twisk.
C. Jongbloed en J. Talen, Hoogeveen, Steenwijk.
Aug. Bevallen:
19 J. J. Bus geb. Boon, d., Velsen.
20 A. E. J. Lacomble geb. Beijers, z., Weesp.
W. Cikot geb. Smulders, z., den Haag.
H. v. Bergen geb. Grommers z., Middelstum.
Aug. Overleden:
18 E. Kingmans, 69 j., Woudrichem.
19 J. D. v. Voorst v. Beest, 53 j., Nijmegen.
D. Hoogerbeets geb. v. Koetsveld, 70 j., Tiel.
20 A. T. Walen, 75 j., Arnhem.
H. Berents, 58 j., Borger.
A. Mijnlieff, 32 j., Laren.
H. H. Reijers, 70 j., Arnhem.
H. J. Visser, 74 j., Balk.
C. W. Groskamp, 4 j., Sloterdijk.
D. Martijn, 72 j., den Haag.
J. B. v. Wijk, 74 j., den Haag.
P. Boom, 64 j., den Haag.
A. J. Ram, 5 m., Utrecht.
21 C. J. v. Offenbeek geb. Aarnoutse, Middelburg.


KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.



Kunst- en Letternieuws

In De Kroniek van deze week is er nog al veel leven in de brouwerij. Jan Kalff beschuldigt er den heer Tak van oneerlijke taktiek en zegt dat verdere gedachtenwisseling hem met den hoofdredacteur onmogelijk voorkomt, daar deze de door den heer Kalff in zijn betoog over kunst en maatschappij aangehaalde auteurs, zonder een poging van bewijs onbetrouwbaar genoemd heeft. De heer Tak geeft een heel kalm antwoord en raadt den heer Kalff aan zich rustig te houden.
Dr. J. D. Bierens de Haan schrijft een verdediging tegen een kritiek, die de heer J. D. van der Waals in een vorig nummer op zijn geschrift: „De norm der waarheid is in ons zelf“ gegeven heeft.
Er vallen harde woorden tusschen de twee philosophen. Dr. B. d. H. spreekt van „de pluim van het misverstand,“ „onwil,“ „onnadenkendheid,“ „het vergeten van geloof en verstand“ en „verwardheid in het brein van zijn beoordeelaar.“
Ten slotte schrijft de heer J. Berlage een ingezonden stuk waarin hij een woord van protest uitspreekt tegen de wijze waarop enkele critici Lioba van Van Eeden besproken hebben. De heer Verwey heeft zijn inhoudsopgave in het Weekblad voor Nederland besloten door een matte opmerking van afkeuring en daarbij het slot van ’t gedicht geheel verkeerd medegedeeld en de heer Jolles heeft in de Kroniek een kritiek geleverd, waarvan de heer Berlage zegt, „dat wie zóó oppervlakkig leest, het recht niet heeft een zóó minachtend oordeel uit te spreken; omdat hij de qualiteiten van de détails, meer bepaaldelijk de eigenaardigheden van taal en vers, niet in zich heeft kunnen opnemen. Wie zóó weinig lust heeft een boek onder handen te nemen als de heer Jolles hier van zich zelf verklaard heeft en zóó weinig plichtgevoel, dat hij geen bezwaar maakt, zonder aandachtige lezing een vernietigend vonnis uit te spreken, behoorde te zwijgen.“



Een Amsterdamsche courant van 1650.

In De Navorscher deelt prof. Rogge het volgende mede:
Sedert de belangrijke studie van mr. Sautijn Kluit over de Amsterdamsche couranten in de Bijdr. v. Vad. Gesch., N. R. Dl. V, weten wij, dat er in de 17de eeuw te Amsterdam, behalve de Courant by Broer Jans, ook nog eens verscheen by Jan van Hitten in de Beursstraat „in de Geborduyrde Hantschoen“, die aanvankelijk gedrukt werd by de Wed. van Joris Veseler en haar opvolger, maar later door Van Hilten op zijne eigene drukkerij ter perse werd gelegd.
Mr. Sautijn Kluyt had van die „Courante uyt Italien ende Duytschlant“, zooals de titel luidde, nummers uit de jaren 1626, 1639, 1646 en 1648 onder de oogen gehad. Voor mij ligt thans eene courant, verschenen 1 Oct. 1650, na 40, die tusschen pamfletten uit dien tijd verscholen zat. Het kleinfolio blaadje, dat denzelfden titel draagt, bevat berichten uit Barcelona, Venetië, Basel, Bourges, Rheims, Londen, Parijs en Keulen, alsmede uit het leger van den aartshertog Leopold alle uit September. De hoofdinhoud vormt de „Copye van een missive van den Generaal Cromwel uyt Dunbare aan Willem Lenthel“ van 14 Sept. en nog een brief uit Cromwel’s leger van don 15den.
Niet zonder belang zijn enkele boekhandelaarsadvertentiën aan het einde. Cornelis de Leeuw, „boeckverkoper en musicijn“ op het Water over de Korenbeurs, adverteert de Psalmen van Datheen in 4o en 32o „seer nut om in ’t kort de psalmen wel te leren singhen, seer dienst’lijck om het onordelijck singhen in Godes kerkke wech te nemen.“ Voorts is by hem te bekomen het „N.-Testament met het Psalmboek van Datheen in 12o van mr. Jacob van Enkhuysen,“ een onbekend auteur. — De Wed. van Marten Jansz. Brant „in Compagnie met Abraham Meynaertsz. van den Burg by Jan Roon Poortstoorn in de gereformeerde Catechismus, uit welk adres de opgaven van Ledeboer (De boekdrukkers enz. in N.-Nederland) aangevuld kunnen worden, adverteert Henr. Gheldorpius „Keerkans der gheveinsde victory van Jodorus Kedt Jesuyt, in syn misnoemde eerkrans der Catholyke waerheyt naaktelyk vertoont“, een geschrift in het Biogr. Wrdb. d. Nederl. niet vermeld. Gerrit Willemse adverteert eene vertaling van Livius en Gillis Dircksz. Boner, „boeckverkoper, voorsangher van de Noorder kerk, in de Angelierstraet in de Lympot“, door Ledeboer niet opgegeven, „De verklaring van den Heidelbergschen Catechismus van Corn. Korstens“. Deze Korstens of Christiaensz. stierf reeds in 1582 als predikant te Delftshaven. Deze zijne verklaring van den Catechismus werd eerst na zijn dood in 1598 door den predikant van Valkenburg Willem Vinck uitgegeven. Deze nieuwe oplage van Boner doet vermoeden, dat het boek vrij wat drukken beleefde en zeer in trek is geweest.



Inhoud der Tijdschriften.

De Nederlandsche Spectator: Berichten en mededeelingen (dr. A. van der Linde; Brieven van Vincent van Gogh.) — Albert Samain, door Frits Lapidoth. — Letterkundige kroniek (Gabrielle Reuter, Von Suttner; Samarow; Sigurd; Merriman) door Wolfgang. — Vlugmaren, Falb’s voorspelling; Van der Linde; Tentoonstelling van boekdrukwerk; enz.), door Flanor. — Een Satire van Horatius, door dr. J. B. Kan. — Plaat: Noord en Zuid.
Nêerland’s Weekblad: Buitenlandsch Overzicht, D. — Binnenlandsche Politiek, Castor. — Overdenkingen van een Buitenkanter. — Reclame-Tentoonstelling (slot). — Onze Vestingen en Forten, F. A. C. Ruysch. — De expeditie naar de Zuid-Pool, M. v. d. S. — Voor onze lezeressen, Katie. — Correspondentie uit Parijs, Bavard. — Gastronomische Praatjes. — Feuilleton: „Onder het Juk“, Ivan Vazoff. — Plaat: Op de politieke wielerbaan te Zutfen, P. J. A. C. v. Geldorp. — Feuilleton op den omslag: „Koningen“, Jules Lemaître.
Kunstwereld: Le Carillonneur, van Georges Bodenbach, S. Heijmans Jz. — Tentoonstelling der Hollandsche Teekenmaatschappij, Roeland van Ruijven. — Belletrie, G. Heuvelman. — Muziek. — Kunstberichten. — Correspondentie uit Antwerpen, Rika Giemert. — Correspondentie uit Parijs, E. den Dulk. — Adressenlijst. — Advertentiën.
De Amsterdammer, Wkbld. v. Ned.: Verzekering tegen Ongelukken. — Vooruitzichten. — C. S. Adama van Scheltema, door prof. J. van Rees, (met portret). — Ferdinand’s stoute stukken. — Leerplicht en het fabriekskind, door F. M. C. — Decoratieve kunst. — Uilenspiegel, door J. J. de Roode. — Boek- en Tijdschrift. — Telephoonstation „Pruimeboom“. — Feuilleton: Een internationale match III, naar het Engelsch van Grant Allen. — Iets over de vrouwen-beweging in Engeland, door Thérèse Hoven. — Kip ik heb je, door Elize A. Haighton. — Allerlei, door E-e. — Zijn leven. — Pen- en Potloodkrassen.



Wetenschappen.

Een merkwaardig boekje.

Door prof. dr. M. A. Gooszen is aan de leden der Synode inzage verleend van een merkwaardig boekje, namelijk van het oudste Psalm- of Kerkboekje, gedrukt in Heydelbergh, anno 1566, getiteld: „De Psalmen Davids, ende ander Lofsanghen, wt den Francoyschen Dichte, In Nederlandschen ouerghesett Doer Petrum Dathenum. Metgaeders den Christelicken Catechismo, Ceremonien ende Ghebeden. Jacob. 5 v. 13. Is jemandt in lyden onder u? Die bidde. Is jemandt goets moeds? Die Singhe Psalmen“.
Merkwaardig helder, scherp en duidelijk is dit oudste kerkboekje gedrukt. Na de Psalmen en eenige Lofzangen, volgen dan:
„Catechismus, ofte Onderwysinghe in de Christelicke leere“, —
„Forme om den Heyligen Doop wt te rechten“, —
„Volght een korte Ondersoeckinge des Geloofs, voor de ghene die sick tot de Ghemeynte begeuen willen“, —
„Forme om dat Heylige Avendtmael te houden“, —
„Forme om de Houwelicken voor de Gemeynte Christi te beuestigen“, —
„Christelicke Ghebeden, die men in de Vergaederinge der geloouigen ende elders ghebruycken kan“
„Gebedt des Sondaeghs voor de Predicatie,“ —
„Een Algemeyne belydinghe der Sonden, ende Gebedt voor alle noot der Christenheit. Des Sondaeghs nae de Predicatie.“ —
„Een Ghebedt voor die leere des Catechismi,“ —
Ghebedt nae die leere des Catechismi,“ —
„Een opentlike bekenteniss der Sonden, ende Ghebedt voor de Predicatie,“ —
„Een korte forme des Ghebedts nae de Predicatie“, —
„Dat Morgen Gebedt“, —
„Dat Auendt Gebedt“, —
„Gebedt voor Eten“, —
„Gebedt nae Eten“, —
„Ghebedt voor krancke, ende aangevochten menschen“, —
„Ghebedt by de Begraeuinge der Dooden“. —
Onder staat: Gedruckt te Heydelberghe by Mlchiel Chiraet. Anno 1566.



INGEZONDEN STUKKEN.

(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)

(Van ingezonden stukken wordt de copy niet teruggegeven.)



Een maatschappelijk euvel.

De beschouwing van R. in De Telegraaf van 18 Aug. verdient zeer zeker toejuiching. Met afkeuren komt men niet verder; er dient een voorbeeld gegeven te worden, wil er iets aan den bestaanden toestand worden veranderd. Nu geeft R. een middel aan, dat zeker doel kan treffen bij genoegzame deelneming, doch dat mijns inziens nog lang niet afdoende zal werken. We kunnen de fooien in twee soorten onderscheiden: die, welke we geven aan lieden, in dienst bij publieke instellingen en inrichtingen, bij winkeliers e. a., en die welke ons als belasting zijn opgelegd aan het dienstpersoneel van particulieren.
En nu geloof ik, dat een verandering in den toestand het best aangebracht kan worden bij de tweede soort. Wanneer men bij een particulier te gast is, dan verstrekt men meid of knecht een fooi. Immers men handelt in de meeste gevallen daarmede niet slechts in den geest van de dienstboden, doch ook tot groot genoegen der verschillende gastvrouwen en daar is meer aan gelegen. En toch, is het niet te dwaas, dat ’n gastvrouw, die ’t haar gasten aan niets laat ontbreken, hen per slot van rekening hunne eigen bediening laat betalen?
Want dit is een feit, de dienstboden worden er maar al te vaak op gehuurd. Daarom acht ik het niet slechts voldoende zich te verbinden geen fooien te geven of aan te nemen (als men ten minste gekorte percenten voor contante betaling bijv. fooien wil noemen, doch tevens aan ondergeschikten het strengste gebod uit te vaardigen, eenige geldelijke bijzondere belooning van anderen aan te nemen.
Nu zegge men niet: dan krijgen we een even corrupt stelsel als bij spoorwegmaatschappijen, tramwegen enz., waar het den beambten ook verboden is en meer fooien worden aangenomen dan ergens elders; want hier is geen contrôle mogelijk.
Ook is het fooiensysteem hier meer ontaard in een stelsel van omkooperij. Bovendien is het bij dergelijke instellingen eenvoudig voldoende, zich te verbinden geen fooien meer te verstrekken. Men heeft hier slechts met de beambten te maken en niet met hunne chefs. Doch als men weet of vermoedt dat particulieren gaarne zien dat belooningen worden verstrekt aan hun dienstboden, dan gaat ’t soms zeer lastig zich hieraan te onttrekken en ongetwijfeld zou de zaak veel gemakkelijker worden gemaakt, zoo ieder zijn dienstpersoneel voldoende bezoldigde en ten strengste verbood ook maar het minste aan te nemen.
Wat baat het, zoo men zich zelven verbindt geen fooien uit te deelen noch te ontvangen, terwijl men zijn bedienden in de gelegenheid laat ze aan te nemen?
Ook in dit opzicht moet men voorgaan, en door dit te verbieden dwingt men anderen een fooi in hun zak te houden, en brengt ze tevens op den weg om zelf te leeren inzien, hoe bespottelijk dat ellendig systeem toch wel is.
Wanneer particulieren voorgang in kleineren kring, waar contrôle mogelijk is, dan zal langzamerhand ook in uitgebreider kring, in zaken en publieke instellingen, dit maatschappelijk euvel kunnen verdwijnen.

J. C. F.


FINANCIEELE MEDEDEELINGEN.



Gendringsche Tramweg-Maatschappij te Gendringen. Aan de rekening en verantwoording over het zevende dienstjaar, van 1 Mei 1896 tot 1 Mei 1897, ontleenen wij het volgende.
Overeenkomstig het gespecificeerde overzicht bedragen de bruto ontvangsten ƒ 14,045.78, waarvan aan de Geldersche Stoomtramweg Maatschappij toekomt: a. voor vergoeding van exploitatiekosten; lengte hoofdlijn 7,193.77 K.M., zijspoor Ulft 0.83720, idem Terborg 0.41010, samen 1,24730 K.M., te berekenen voor de helft of 62365 K.M., totaal 7.81742 K.M., à ƒ 950 per KM., ƒ 7,426.55; b. 3 pc. voor rente en afschrijving van ƒ 25000, besteed voor rollend materieel, ƒ 750; c. tolgeld aan de Bontebrug ƒ 832,32; samen ƒ 9,008.87, blijft zuiver ƒ 5,036.91. Te verdeelen tusschen de Geldersche Stoomtramweg-Maatschappij en de Gendringsche Tramweg-Maatschappij ieder voor de helft, of ƒ 2,518.45½.
Blijkens de vorige rekening bedroeg het bouwkapitaal of 1 Mei 1896 ƒ 91.169,95, zijnde nader nog betaald aan de Geldersche Stoomtramweg-Maatschappij voor bestrating ƒ 201.35, en aan het waterschap van den Oude IJssel voor verzwaring der brug te Ulft ƒ 901.68, zoodat het bouwkapitaal thans bedraagt ƒ 92,272.98.
De baten ten behoeve der Gendringsche Tramweg-Maatschappij over het dienstjaar 1896/97 bestan dus uit: a. 2½ pc. van het bouwkapitaal groot ƒ 92,272.98 of ƒ 2,306.82; b. het winst-aandeel de maatschappij toekomende ƒ 2,518.45½; samen ƒ 4,825.27½. Te verminderen met ƒ 23.82, blijft zuiver ƒ 4.801.45½. De winstdeelende aandeelen bedragen te samen ƒ 80,750.
Het bestuur stelt voor het saldo ad ƒ 4801.45½ te verdeelen als volgt: 1o. aan de aandeelhouders: 2½ pc. der nominale kapitaalswaarde ad ƒ 80,750 of ƒ 2018.75, 2.45 pc. dividend of ƒ 1978.37¼, te zamen ƒ 3997.12½; 2o. voor het reservefonds ƒ 706.83; 3o. bedrijfsbelasting ƒ 97.50.
Wanneer deze wijze van verdeeling aangenomen wordt, dan zullen mitsdien de coupons betaalbaar zijn: van de aandeelen groot ƒ 1000: coupon a met ƒ 25 en coupon b met ƒ 24,50, te samen ƒ 49.50, en van de aandeelen groot ƒ 250, coupon a met ƒ 6.25 en coupon b met ƒ 6.12½, te zamen ƒ 12.37½, makende 41920 pc.



Argentijnsche Staatsschuld. Het Reutertelegram, betreffende toezending der remise voor de September-coupons per 4½ pc. Argentijnsche schuld van 1887 aan de Bank van Engeland, beteekent, volgens de Frankf. Zeit., niet, dat zooals veelal door het publiek abusievelijk wordt aangenomen, dat de obligatiehouders reeds den 1en September hoogere rente dan tot nu toe kunnen verwachten, maar is zoo te verstaan dat de Argentijnsche regeering aan de Bank van Engeland op rekening van dat gedeelte dat voor de September-coupon der bovenstaande leening van 1 Juli afkomt, het verschil tusschen dat gedeelte en de volle rente thans heeft gezonden, dat echter de Bank dit plus niet op deze coupon behoeft uit te betalen, maar voor nabetaling op de gepriviligeerde leening moet reserveeren.
De gefundeerde obligatiën hebben de volle rente voor de eerste maal per 1 October a.s.; de douane-leening de volle rente voor de eerste maal den 1sten Januari 1898 te verwachten.



Argentijnsche financiën. De ontvangsten dor douane te Buenos-Ayres hebben in het tijdvak van 1 Januari tot 22 Juli 1897 bedragen Pesos papier 30,276,077 tegen Pes. papier 31,989,576 in 1896 en Pesos goud 5,266.641 tegen Pes. goud 5,287,703 in 1896.



Italiaansche financiën. De totale ontvangsten der Italiaansche Staatskassen in Juli, de eerste maand van het nieuwe budgetjaar 1897/98 bedroegen Ls. 83.65 millioen of Ls. 4.52 mill. minder dan in dezelfde maand van het vorige jaar. Het minder bedrag is verdeeld over alle categoriën van ontvangsten. De scherpste achteruitgang wijzen de inkomende rechten aan, die met Ls. 19.45 mill., Ls. 2.05 mill. of 9.5 pc. minder opbrachten. De vermogens- en rentebelasting leverde met Ls. 21.95 mill. een klein minus van Ls. 0,55 mill. Ook brachten de directe belastingen bijna 11 pc. en de loterijen 10 pc. minder op. Onder de belastingen die meer opbrachten, komen spoorwegen voor met Ls. 0.21 mill.



Amerikaansche Spoorweg-ontvangsten.

1897. 1896. 1897. 1896.
BRUTO. 4e week van Juli. Sedert 1 Jan.
$ $ $ $
Cl.Cin.C.&StL. 390.998 356.051 7.501.997 7.390.195
Flor.Cent.&P. 44.383 38.781 1.454.670 1,312.477
Georgia Sp.w. 37.086 32.198 833.068 788.346
Northern Pac. 641.952 508.005 9.346.288 9.622.817
West.N.Y.&P. 91.400 91.900 1.541.436 1.641.492
1e week van Aug.
Balt. & O.Sout. 128.041 117.555 3.619.622 3.577.867
Canad.Pacific. 487.000 423.000 12.305.694 11.378.228
Ches. & Ohio. 240.527 198.290 6.544.425 6.055.006
Ch. M. & St. P. 650.472 550.248 17.062.346 17.710.578
Denv. & RioGr. 139.800 142.000 3.993.554 4.215.316
K.C. Pitts. & G. 54.640 16.607 1.142.820 395.032
Kan. C. S. Belt 12.682 7.976 268.577 197.831
Louis. & Nash. 404.310 342.495 11.963.554 11.640.726
Mexican Nat. 105.700 82.539 3.497.121 2.843.190
Mis. K. & Tex. 212.091 199.957 5.949.3[.]3 6.204.245
Mis.Pac. & Ir. 461.000 407.000 12.968.000 12.454.701
N.Y.Ont. & W. 86.812 86.115 2.240.895 2.214.545
Norf. & West. 219.356 226.811 6.197.155 6.707.241
St. L. Southw. 76.990 74.653 2.462.796 2.595.370
South Railw. 341.125 307.676 11.032.475 10.559.739
Wabash 247.607 243.974 6.603.380 7.118.733
Juni.
Illinois Centr. 1.714.284 1.690.115 10.658.949 10.374.448
N-Y.,O&West. 349.672 363.377 1.767.697 1.732.118
Norf. & West. 842.301 945.114 5.120.101 5.654.243
Oreg.R.&Nav. 417.222 371.113 1.976.437 1.930.047
Oreg. Sh. Line 586.479 498.305 2.706.005 2.558.682
Union Pacific-Un. Pac. Sys. 1.259.188 1.128.094 6.723.255 6.161.069
Geheel totaal 1.455.847 1.296.264 8.001.492 7.130.585
NETTO. Juni.
Illinois Centr. 219.874 384.684 2.955.406 2.834.321
N.-Y.,O&West 92.288 117.640 417.389 423.732
Norf. & West. 201.943 189.453 1.368.935 1.116.321
Oreg.R & Nav. 166.533 125.768 643.543 - - - - - - - -
Oreg. Sh. Line 334.661 245.715 1.355.305 1.250.127
Union Pacific-Un. Pac. Sys. 429.970 408.978 2.273.165 2.069.284
Geheel totaal 456.818 423.155 2.608.227 2.226.532


SCHEEPSTIJDINGEN.



SCHEEPS- EN STRANDBERICHTEN, ENZ.

Terschelling, 21 Aug. Op de hoogte van paal 6 in 10 vadem water licht Z. ½ O. van den vuurtoren van Terschelling, een gezonken schip, waarvan een der masten 3 voet boven water uitsteekt. Het licht zeer gevaarlijk voor de schepen welke het Oostgat binnenloopen.
Solombal,20 Aug. Het stoomschip Esk, 16 Aug. met een lading hout van Archangel naar Schiedam (Amsterdam?) vertrokken, is bij Kaap Orloff gestrand.
Hamburg, 22 Aug. Gisterenmorgen is het naar Baltimore vertrekkende stoomschip Bohemia nabij Finkenwärder aan den grond geraakt.



RIJNVAART.

Lobith gepass. 22 Aug.: Energie st., Londen; Concurrent III st., Wilhelm st., Koningin Wilhelmina st., Niederrhein IV st., Mark en Dintel V st, Williain Egan & Co. no. I st., Avontuur st., Paul st., Johanna st., Hoffnung III st., Alpha st., Ruhrort XVIII, Dorweiler, Alida Johanna, Hoebert, Uhland, Staab, Flora, Loweij, Niederrhein I, Berdolt, Niederrhein II, Hossmann, Niederrhein XII, Kimpel, Boele, Egner, Christina, Smit, Carl August, Nalbach, Marie, Kreusch, Adelheid, Bieseman, Charlois, Sack, Industrie XI, Fell, Anna Gertraud, Bruns, Mannheim XXII, Gänger, Mannheim XXXVI, Jung, Mannheim XXXXVI, Walter, alle naar Rotterdam; Rijn en Schelde st., Roijers II, De Roeck, Roijers X, Van der Pluijm, alle n. Breskens; Berendina Fennegina, Visser, Schiedam, Kinderdijk, Wouters, id., Dirk Gerhard, Wegh, Breda; Vertrouwee, Verwoert, Kesteren; Jorina, Nieuwdorp, Krabbendijke; Recht door zee, Vermeegen, Dreumel; Latona, Kooijmans, Middelrode; Neeltje, van der Klooster, Zuid-Kraaijert; Hendrina, Bongers, Haarlem; Germania, van Koeverden, Haarlemmermeer; Nieuwe Zorg, Hendriks, Hien; Elisabeth, Smits, Slikketveer; Basalt II, Schneider, Stavoren; Fullhorn I, Koenen, Auguste Elisabeth, Sinsig, Vereïnigung XIII, Konz, Avontuur III, van Ooijen, Ortolan, Muller, alle n. België via Hansweert; Taunus st., Frankfurt XII, Muller, Frankfurt XXIV, Knuck, Frankfurt XXVII, Hesp, Union II st., Rosina Helena II, Kissel, Jossphus Willebrordus, Braun, Hoop op zegen, Tempelaars, Lord Nelson st., Lessing, Greulich, Vier Brüder, Leinweber, Buiten verwachting, Overweg, Wilhelmina st., Tebah, Pols, Columbus, Jansen, Negen gebroeders, Pols, Sion, Prenger, Allegonda, Foks, Flat Voluntas IV st., Theodora, Roelofs, Marie Katherine, Korthaüer, Broedertrouw, Thunnissen, Dieu donné V st., Mannheim II, Kassel, Mannheim XIV, Lipp, Elisabeth, Bovermann, Maria Stella, Wilke, Engelberta Aleida, Jansen, Sijbilla, Bosman, Fiat Voluntas III st., Cornelia Theodora, Cornelissen, Hoffnungstern, Stein, Ruhrort XII, Herrmann, Adrianus Johannes st., Emanuel, Haubrich, Vesalia, Wilson, Mars st., Germania, Disch, Mannheim LIII, Hofmann, Simson st., Petrus, Cornelissen, Toevalligheid, Roelofs, Ella st., Diana, van de Pol, Margaretha, Boers, Eersteling, Rosenbrand, Maruschka st., St. Michael, van Dreumel, Maria Johanna, Reijmers, Victoria Melita, Anstadt, Op hoop van zegen, Akkermans, Servatia st., Cosmopoliet II, Zens, Wilhelmina, Brinkman, Aegir st., Sursum Corda, Vermeeren, Einigkeit, Willemse, Elisabeth, Kerkhof, Johann Heinrich, Kucki, Moltke st., Hendrina st., Alberdina, Van Alem, St. Antonie, Ross, Theodorus Adrianus, Bax, Kinderdijk st., Amor st., Allegonda Johanna, Kuypers, Karl Schoers XXII, Maier, Berolina, Weiler, Nelson st., Mainz XX, Schepper, Volksje, de Boom, Kolenmijn, Van der Werf, Wodan st., Twee gebroeders, Sengers, Bertha Catharina, Osterwindt, Carolina I, Schouten, Hendrikus, Kregting, Hollandia st., Sjoerdina st., Marie, Schmidt, Cornelia Elisabeth, Hoenderop, Johanna, Kuipers, William Egan & Co. no. II st., alle n. Duitschland.



Gepasseerde schepen te Hansweert.

22 Aag. III gebroeders, Pasveer, ’s Hage; V gebroeders, de Bot, Oudenbosch; Stad Amsterdam st., Amsterdam; V gebroeders, Vermeeren, Vlaardingen; Maas st., Telegraaf VI st., Telegraaf II st., alle naar Rotterdam; Firmitas, Pieper, Oscar st., Goede verwachting, de Pree, Maria Hendrika st., Bons amis, Muller, alle n. Pruisen; Infatigable st., Dordrecht; Vereinigung, Witter, Eugenie st., Maria Josephine, Schoonhoven, Desideria, Urmetzer, Raaf st., Progres st., Herman st., Baden IV st., Maria Caspar, Lisbeton, Spido, de Haar, Vereinigung XXIII, Mergler, alle n. Belgie.



DIVERSEN.

Stoomvaart Genua-Brisbane. De consul-generaal van Italië te Melbourne bericht dat de „Ital. Navig. Comp.“ van plan is een directe stoombootdienst tusschen Genua en Brisbane te openen en men verwacht daardoor een levendigen handel in bevroren vleesch tusschen Italië en Australië.



WATERSTANDEN beterkk. N. A. P., 23 Aug. vm. 9 u.


PLAATSEN. Stand. Verschil m. gister.
M. cM.
Keulen 38.54 + 20
Lobith 10.57 + 9
Nijmegen 8.30 + 10
St Andries, Waal 3.56 + 10
Arnhem 8.62 + 8
Vreeswijk 1.76 + 2
Westervoort 9.14 + 8
Deventer 2.87 + 7
Kampen 0.48 + 6
Maastricht, brug 41.71 + 22
Venloo 8.94 + 9
Grave 4.99 + 1
St. Andries Maas 1.92

(Zie vervolg Scheepstijdingen in het Hoofdblad).



Binnenlandsche Markt- en Vischberichten.



AMSTERDAM, 23 Aug. Ter veemarkt waren heden aangevoerd 381 runderen, waarvan de prijzen waren: vette 1e kw. ƒ 0.65, 2e kw. ƒ 0.56, 3e kw. ƒ 0.50, 4e kw. ƒ —.—, alles per Kg.; 140 melk- en kalfkoeien ƒ 95 à 170, — vette kalveren 1e kw. ƒ — à —, 2e kw. ƒ —.— à —.—, 3 graskalveren ƒ —.— à —.—, 53 nuchtere kalveren ƒ 8.— à 10.—, 17 schapen ƒ — à —, 31 lammeren ƒ —.— à —.—, 506 vette varkens ƒ 0.38 à 0.40, — — Fransche- ƒ —.— à —.— per Kg., — biggen, 1 paarden, — veulens.
MEPPEL, 22 Aug. Vee. Men besteedde hier en in de omstreken in de laatste dagen per stuk voor: Vette koeien ƒ 0.46 à 0.54 per kg., Neurende dito ƒ 95 à ƒ 150.—, Guste dito ƒ 90.— à ƒ 125.—, Melk dito ƒ 85 à 135, Neurende pinkvaarzen ƒ 80 à 110, Guste dito ƒ 65 à ƒ 95, Neurende Vaarzen ƒ 95 à ƒ 130.—, Guste dito ƒ 85.— à ƒ 100.—, Jarige Pinken ƒ 35.— à ƒ 60.—, Stieren ƒ 40.— à ƒ 75.—, Hokkelingen ƒ —.— à —.—, Friesche Schapen ƒ 9.— à ƒ 18.—, Dito Lammeren ƒ —.— à ƒ —.—, Drentsche Schapen ƒ 4.— à ƒ 6.—, Magere varkens ƒ 24.— à ƒ 40.—, Drachtige dito ƒ 30.— à ƒ 47.—, Biggen ƒ 5.— à ƒ 15, vette varkens ƒ 0.34 à ƒ 0.38 per Kg.
WAGENINGEN, 21 Aug. Prijzen van nagenoemde artikelen waren de vorige week als volgt: Vet rundvee ƒ 0.56 à 0.62 per Kg. vette kalveren ƒ 0.36 à ƒ 0.38, vette varkens ƒ 0.40 à ƒ 0.42, varkens voor Engeland ƒ 0.36 à ƒ 0.38, vette schapen ƒ 18.— à ƒ 23.— per stuk, vette ossen ƒ 160 à ƒ 210, melk- en kalfkoeien ƒ — à ƒ —, kalveren ƒ — à —, nuchtere dito ƒ — à ƒ —, Uiterwaarder hooi ƒ 23 à ƒ 25 per 500 Kg., rogge, stroo ƒ 14.— à ƒ 15.—, tarwestroo ƒ 14.— à ƒ 15.—, binnenveldsch hooi ƒ 16 à ƒ 18.— per 500 Kg.
Aardappelen ƒ 2.50 à ƒ 2.75, per HL., voederbieten — à — ct, knolrapen ƒ —.— à ƒ —.—, wortelen ƒ —.— à ƒ —.— per 50 Kg., Haver ƒ 3.25 à ƒ 3.75, Maïs ƒ 3.50 à ƒ 4.25.
BOMMELERWAARD, 23 Aug. De stand der beetwortelen laat zich goed aanzien. Hiertoe hebben de warmte der laatste weken en de flinke regenbuien, die zoo nu en dan zijn gevallen, het hunne bijgedragen. De opbrengst zal weinig minder zijn dan het vorige jaar. Ook het gras is nog flink bijgegroeid, zoodat als de weersgesteldheid niet te ongunstig wordt, hieraan geen gebrek zal zijn.
BERGEN OP ZOOM, 22 Aug. In de afgeloopen week gold de boter 55— à 60 cts. per ½ Kg., stukken 85— à 95 cts. en de eieren ƒ 0.90 a 1.— de 26 stuks.


NIEUWEDIEP, 22 Aug. Heden is hier van de haringvisscherij binnengekomen de Egmonder bom E. G. 4, schipper Zwart, (11 weken reis), met 100 kantjes haring.
GORINCHEM, 22 Aug. Van 18—2l Aug. zijn aan de vischmarkt afgeslagen 10 zalmen, prijs per ½ Kg. ƒ 1.03 à 1.23, en - steur, prijs ƒ -.— per Kg.
BERGEN OP ZOOM, 22 Aug. Van 16—21 Aug. werden hier aangevoerd 28 korven bot, 140 KG. paling en 1800 oesters. De bot was ƒ 5 à 5.25 per korf, de paling 60 ct. à 1.2O per KG. en de oesters ƒ 43.50 à 48 de 1000 stuks.

(Zie vervolg in het Hoofdblad).

FEUILLETON.


EEN LONDENSCH BALLING.

ROMAN VAN

RICHARD H. SAVAGE,

schrijver van: Mijn officiëele vrouw, Delilah van Haarlem, enz, enz.


EERSTE BOEK.

De kist met papieren.

8)

„Ik kom van avond om acht uur weer terug om nog eens met u te praten,“ sprak Dalman. Hij drukte warm de hand van den verloopen mijnwerker en stopte Ryley een biljet van twintig dollars in de hand. „Laten wij elkaar niet misloopen, want is moet den nachttrein naar Cincinnati hebben. Ik vermoed, dat wij nog wel zaken kunnen doen. Want mijn broeder, die daar ginds een mijn heeft, zal verstandig doen haar te behouden en kalm te ontginnen.
Gij hebt gelijk, mijnheer Levy, want gij zoudt op dit oogenblik voor aandeelen in mijnen in Arizona geen dollar krijgen, noch in Londen, noch in New-York.
Het eerste gebruik, dat William Ryley van zijn buitenkansje maakte, bestond in het aanbieden van gastvrijheid aan Mozes Dalman, waarvoor deze met de grootste beleefdheid bedankte.
Terwijl Ryley aan het onderhandelen was met Rilly Schwartz, die zich zeer broederlijk het billet van twintig dollar toeëigende, fluisterde Dalman zijn laatste bevelen aan Yakey toe.
„De kerel is slimmer dan hij er uit ziet! Hij heeft brutaal zitten liegen. Ik wed, dat die andere vent niet dood is! Luister goed wat hij zegt als hij dronken is. Noteer alles en draag zorg, dat hij niet uit uw nabijheid komt. Van avond om acht uur ben ik weer present. Dan krijgt ge uw loon,“ sprak Dalman glimlachend. „Want in elk geval mag hij niet meer dan half dronken zijn. Geef uw oogen goed de kost!“
De oogen van den speurhond schitterden begeerig, toen Dalman hem tien dollars in de hand stopte voor onkosten.
„Moeten we hem van avond kwijt zijn?“ vroeg Yakey met heesche stem.
„Dat hangt er van af. Als hij niet praten wil is het beste, dat hij uit den weg wordt geruimd“.
„Dan zal ik hem wel in een goede omgeving brengen en een beetje los geld in zijn kleeren stoppen“. Dat was Yakey’s laatste opmerking, toen Dalman door een zijdeur naar buiten sloop.
Het was drie uur des middags toen advokaat Dalman in het bestudeeren van het ontwerp van zijn brief, in zijn kantoor werd gestoord door de imposante verschijning van Isidoor Blum. Voorzichtig sloot hij de deur; zenuwachtig greep hij den arm van den advocaat. „Wat hebt ge ontdekt? Niets? Bij God, neen? Wij moeten spoed maken! De oude Bent heeft vandaag een brief geschreven naar de firma „Carstairs, Lyon en Carstairs“, de rechtsgeleerde uit Sheffield. En hij heeft er mij niets van gezegd! Die oude schurk! Het kost mij vijftig dollars om er een blik in te mogen slaan. De bediende heeft hem van den postlooper opgevraagd. Ik was bang om hem te stelen. Hij zou hem telegrafeeren, schrijft hij. Ik ben op het spoor gekomen van den ouden kolonel Harper, den vroegeren compagnon van dien Ryley. Een koopman uit Texas, dieu ik ken, weet waar hij uithangt. Kun je niet de eerstvolgende boot naar Engeland nemen? Ik geef je vijftig duizend dollars, Dalman, als ge die Engelsche kerels kunt uitkoopen — voor Gebroeders Blum. Ik zal je den naam van mijn agent te Londen opgeven, die daar het geld kan uitbetalen en ons later die andere helft kan toezenden“.
Mozes Dalman schrok op!
„Vandaag is het Dinsdag! Ik kan de boot van Zaterdag nemen en vertrekken zonder dat één levende ziel er iets van weet! Maar, houd u kalm, Kom niet te veel in de nabijheid van dien ouden Harper! Hij zou ons heel goed aan Bent kunnen verraden! Gij zorgt zeker voor het geld, want ik lijd aanzienlijke schade in mijn praktijk, nu ik veertien dagen vroeger ga!“
„Mozes!“ antwoordde Isidoor Blum gevoelvol, „ik ben een man van mijn woord! Ik leg nu eenvoudig beslag op je.
Hier is een wissel van twee duizend dollars voor de onkosten en aan de stoomboot kan ik je mijn particuliere instructie brengen en een wissel van twintig duizend dollars. Mijn agent zal die in Londen uitbetalen. En nu, geen enkel woord over deze zaak aan den ouden Bent. Ge zijt nu geheel en al het eigendom van Gebroeders Blum!“
„Aangenomen!“ sprak Dalman, zijn lessenaar dichtwerpende. „Geef mij uw woord, dat ge u niet met dien ouden Harper zult bemoeien en ik maak alles in orde. Ik houd mij een dag ziek en maak gedurende dien tijd mijn particuliere zaken in orde. Als ik hier Vrijdagavond weg ga, zullen de bladen van Zondag mijn naam vermelden als gast in het „Grand Union Hôtel“ te Saratoga. Ik zal in Londen zijn voor zelfs de kantoorknecht weet, dat ik New-York verlaten heb“.
Dalman’s hart sloeg als een hamer.
„Prachtig! prachtig!“ riep Isidoor. Kom elken avond na tien uur bij mij aan. Ik zal op je wachten. Ik beloof je, dat ik je geheel je gang laat gaan; en wanneer je Ryley vindt, stop hem dan weg tot je terug komt.“
De gelukkige client schoof weg naar de lift; Mozes Dalman liep in zijn kamer op en neer als een tijger in zijn kooi.
„Ik houd het er voor dat ik van nacht dien Ryley kwijt moet zijn; van nacht of morgennacht! Ik zal hem aan het praten krijgon, of — hem voor altijd het praten afleeren! Hij heeft mij voorgelogen toen hij over Hugh Dalton sprak. Ik wed dat die speler iets verbergt. Ik zal dit zaakje wel opknappen. Ik zal beginnen met Ryley — dan Bent opknappen en eindigen met Gebroeders Blum. Als die vervloekte Dalton zich er maar niet mee bemoeit! Als hij dood is, dan moet ik hoe eerder hoe beter van Ryley ontslagen worden. Is hij niet dood, dan kan Ryley geen minuut te vroeg worden verdonkeremaand! Ik moet Yakey tot spoed aanzetten.“
En valsch glimlachend verliet de advocaat zijn kantoor, om de twee duizend dollars te innen.
„Dat is waarlijk de zenuw van den oorlog,“ lachte Dalman, „die groene papiertjes! Het opent den weg tot de heerschappij van den man en wekt den duivel der hartstocht op, die altijd in een vrouwenhart sluimert!“
Dalman begaf zich zoo spoedig mogelijk van Einstein’s „Empire Lodging House.“ Ben Salomon stond op het punt om zich aan den arbeid te begeven. Dat wil zeggen, hij hing zijn jas op, trok een kort buisje aan en legde zijn revolver gereed.
„Blij dat u komt,“ gromde Ben. „Yakey heeft een verduiveld werk met dien verdoemden gek van een Ryley. Zij zijn nu achter de coulissen, hier naast in het „Victoria Loftus Highkickers!“ Dat volkje is er op de een of andere wijze achtergekomen dat hij geld heeft, en — voor geld doet men alles, zelfs in de Bowerey.“
„Is de man al weer dronken?“ vroeg Dalman ernstig. „Dan kan ik hem. Ga naar het theater en haal Yakey.“ En hij rammelde verleidelijk met geld in zijn zak.
Dalman hijgde van spanning, toen Yakey verscheen.
„Ryley heb ik boven gehouden totdat de middagtheaters open gingen,“ rapporteerde de schelm. „Ik heb hem wat uitstekende brandewijn ingegeven, die ik uit een apotheek had gehaald. Plotseling zocht hij onder zijn bed en begon zijn valies te onderzoeken. Ik hield mij, of ik sliep. Hij haalde er de oude kleeren uit en zag zijn papieren na. „Bij God, ik ben bestolen!“ schreeuwde hij, terwijl hij naar de deur snelde, welka ik gesloten had.
„Ik heb toch nooit die papieren naar Arizona Jack teruggezonden,“ mompelde hij. En toen begon hij onder den invloed van den sterken drank hardop in zich zelf te spreken. Maar zij zullen hem nooit vinden! Nooit! Ik zal aan Pepita schrijven en haar tot spoed aanzetten! Ja! De Pinkertons zitten hem op de hielen! Die vervloekte bloedhonden van detectiven! Er is duizend dollar met Hugh Dalton te verdienen! Maar zij zullen Arizona na Jack nooit vinden! Daar zal ik voor zorgen!“ Ik lag te slapen, zooals ik u gezegd heb. Hij kwam naar mij toe en maakte mij wakker. „Ik ga uit!“ zei hij. „Waarom?“ zei ik. „Om wat te drinken en een brief te schrijven,“ zei hij. „Dat kun je toch hier wel doen,“ zei ik en ik riep Ben, die ons wat te drinken bracht. Ben bezorgde hem ook een enveloppe, papier en inkt en hij krabbelde een brief op.
„Nu nog een postzegel,“ zei hij. „Dat heeft zoo’n haast niet; geef maar hier,” zei Ben; „ik zal hem wel op de post brengen als ik drank ga halen!” Ik gaf Ben een wenk; deze moffelde den brief weg, deed er een vel wit papier voor in de enveloppe, en zoo hebben wij nu den brief en een afschrift van het adres. Wij zullen u dat alles afstaan, maar — voor wat hoort wat. — Niet waar?”

(Wordt vervolgd).