Pagina:De Volks-Missionaris vol 042 no 009 Onze nieuwe St.-Gerarduskalender voor 1922.djvu/1

Deze pagina is proefgelezen

Onze nieuwe St.-Gerarduskalender voor 1922


„In den naam der Allerheiligste Drievuldigheid“: zoo had het onderschrift kunnen luiden van den St.-Gerarduskalender, welke thans reeds meer dan zeven maanden de huiskamer onzer abonné’s siert. En telkens als het oog viel op den Heilige, die met machtig gebaar „in den naam der Allerheiligste Drievuldigheid“ aan den helschen geest beval te midden van bosschen en struiken, onder bliksem en onweer zijn paard veilig te geleiden tot het rustige klooster, werd het hart met vertrouwen op den grooten Wonderdoener vervuld.
Van het nieuwe schild voor 1922 geven wij op bl. 274 een afdruk om onze abonné’s reeds nu eenigermate te doen genieten van het hemelsche tafereel, dat hun in heerlijke kleurenpracht door den kunstschilder Albin Windhausen is gemaald. De Heilige, aangetast door de tering, ligt op zijn sterfbed. De H. Teerspijze heeft hij reeds met een van liefde brandend hart ontvangen en om te blijven denken aan dien Vriend zijns harten heeft hij verzocht de beurs met het corporale, waarop het Allerheiligste Sacrament gerust heeft, op zijn borst te leggen. De rozenkrans houdt hij in zijn magere handen gekneld en zoo in innig gebed tot Jezus en Maria verdiept wacht hij vol overgeving de laatste ure af. Doch plotseling wordt de eenvoudige sterfkamer als een voorportaal des hemels. Terwijl de wakende pater zijne vrome overweging voortzet en niets bemerkt van het hemelsche, wat er om hem plaats grijpt, verschijnt de Madonna aan Gerardus. Zij, aan wie hij eenmaal plechtig zijne kuischheid had beloofd, Zij, die ook eenmaal zijn harte had geroofd evenals dat van een H. Bernardus, Zij wilde haar Dienaar in zijn lichaam- en zielelijden komen troosten, en omgeven van de hemelsche geesten, waarvan sommigen reeds de tonen der hemelsche muziek doen hooren, anderen de symbolen dragen van Gerardus’ mateloos lijden en ongerepte reinheid, toont Zij den Heilige haar aanminnig gelaat en in hare handen Jezus, de gezegende vrucht haars lichaams.