— 266 —
door de theosophen in bijzonderheden wordt geleerd. Wij hebben slechts te weten, of een Katholiek zich bij de tegenwoordige theosophen mag aansluiten, hun leer mag volgen, hun vergaderingen mag bijwonen, hun boeken en tijdschriften en dagbladen mag lezen.
Deze vraag nu is den 16den Juli 1919 voorgelegd aan het H. Officie te Rome en wel in deze termen: „Kan de leer, welke men tegenwoordig de theosophische noemt, met de katholieke leer samengaan en mag men dus zich aansluiten bij theosophische vereenigingen, hare vergaderingen bijwonen, hare boeken, tijdschriften, dagbladen en geschriften lezen?“
Het antwoord van deze hoogst gezaghebbende Congregatie, daarenboven nog goedgekeurd door Z. H. Paus Benedictus XV zei ven, luidde in alles ontkennend.
Waarheid is dus: de tegenwoordige theosophische leer kan niet samengaan met de katholieke; wij mogen ons niet aansluiten bij theosophische vereenigingen, niet hare vergaderingen bijwonen, niet hare boeken, tijdschriften, dagbladen en geschriften lezen.
De nieuwe St.-Gerarduskalender voor 1923
Reeds kunnen wij onzen Lezers de blijde tijding mededeelen, dat de nieuwe St.-Gerarduskalender voor 1923 ter perse is en, naar we hopen, hun in den herfst zal kunnen toegezonden worden.
De kunstschilder A. Windhausen heeft voor het schild wederom een even stemmig als aantrekkelijk tafereel ontworpen (tegenover bl. 273). De Aartsengel Michaël, uit den hemel gedaald, in breede gouden koorkap, reikt des nachts uit de gouden ciborie de H. Hostie aan den in vroom gebed naast zijn legerstede neergeknielden knaap, Sint Gerardus. In onzen tijd van Eucharistische devotie zij het tafereel een opwekking om op Sint Gerardus’ voorbeeld vurig te verlangen naar die spijze onzer zielen en zeer dikwijls, ja zoo mogelijk dagelijks, te gaan aanzitten aan de Tafel des Heeren. Een bijzondere bekoorlijkheid heeft dit tafereel voor de kinderen, die in den kleinen Sint Gerardus zoo gaarne vereeren den patroon hunner eerste H. Communie.
Wat het blok betreft, zullen onze Lezers ongetwijfeld met vreugde zien, dat het luimige wederom afwisselt met het ernstige, dat stichten en vermaken gelijkelijk zijn nagestreefd, dat met sommige ons geuite verlangens b. v. door aangifte van Zon- en Maan-opgang en ondergang en door aangifte der vasten- en onthoudingsdagen, naar best vermogen rekening is gehouden.
Nu nog één verzoek: Lezers, helpt ons De Volksmissionaris in ieder huisgezin verspreiden, opdat de premie-uitgave van ons maandschrift, de mooie St.-Gerarduskalender, in geen enkel huisgezin ontbreke!