Pagina:De Wereldtaal Volapük.pdf/14

Deze pagina is proefgelezen

door velen geprezen is. Moge de lezer zich door deze uitspraken gedrongen voelen, om met het Volapük kennis te maken, en zich als lid te doen opnemen in de Algemeene Nederlandsche Wereldtaalvereeniging.

KORTE SPRAAKKUNST VAN VOLAPÜK


1. Volapük gebruikt alleen latijnsche letterteekens.

Het alphabet bestaat uit de klinkers: a, ä, e, i, o, ö, u, ü, en de medeklinkers: b, c, d, f, g, h, j, k, l, m, n, p, r, s, t, v, x, y, z.

A, e, i en o worden uitgesproken als a, ee, ie en o in de worden: vader, kleeding, ieder, boter; ä klinkt als de e in les, nest; ö als eu in reuk; u als oe in koe en ü als uu in vuur.

Van de medeklinkers wordt c uitgesproken als dzj of de J in het Engelsche woord: John; g als de g in het Fransche woord: gant; j als zj of de j in het Fransche woord: jus; v als de w in water; x als de X in Xantippe; y als de j in jongen; en z als dz of de zz in het Italiaansche woord: mezzo.

De overige medeklinkers worden uitgesproken als in het Nederlandsch.

Elke letter wordt steeds op dezelfde wijze uitgesproken. Volapük kent geen twee- of drieklanken; staan in een woord 2 of 3 klinkers naast elkander, dan wordt elke klinker afzonderlijk uitgesproken. Bijv. rein (regen) = ree-ien; miel (honing) = mie-eel; saikul (fiets) = sa-ie-koel.

De klemtoon valt steeds op de laatste lettergreep. In gedichten mag hiervan afgeweken worden.

Hoofdletters worden aan het begin van een zin en bij eigennamen gebruikt.