1ste p. | löfob | = | ik bemin | löfobs | = | wij beminnen | |||||
2de ,, | löfol | = | gij bemint | löfols | = | gij bemint | |||||
löfor | = | u bemint | löfors | = | u bemint | ||||||
3de ,, | löfom | = | hij bemint | löfoms | = | zij (m.) beminnen | |||||
löfof | = | zij bemint | löfofs | = | zij (vr.) beminnen | ||||||
löfon | = | hij, zij, het bemint | löfons | = | zij (onz.) beminnen | löfoy | = | men bemint |
älöfob | = | ik beminde | olöfob | = | ik zal beminnen | |
elöfob | = | ik heb bemind | ulöfob | = | ik zal bemind hebben | |
ilöfob | = | ik had bemind | ölöfob | = | ik zou beminnen | |
ulöfob | = | ik zou bemind hebben |
De wenschende wijs wordt gevormd met het achtervoegsel ös: löfobös! = moge ik beminnen!
De gebiedende wijs wordt gevormd door achtervoeging van öd: löfolöd! = bemin!
De voorwaard. wijs wordt gevromed met het achtervoogsel öv: löfoböv, if = ik zou beminnen, als; elöfoböv, if = ik zou bemind hebben, als; enz. (Men verwarre de tijden van de voorw. wijs niet met de verl. toek. tijden, welke met de voorvoegsels ö en ü gevormd worden!)
De deelwoorden worden gevormd door achtervoeging van öl: löföl = beminnende; elöföl = bemind hebbende; olöföl = zullende beminnen.
De vraagvorm wordt gevormd door achtervolging van -li (met verbindingsstreepje): löfol-li? = bemint gij?
Onzekerheid of twijfel wordt uitgedrukt door achtervoeging van -la (met verbindingsstreepje). (Deze vorm komt eenigszins overeen met de aanvoeg. wijs.) Binob nulälik, va okömom-la = ich ben nieuwsgierig, of hij zal komen (zijn komen wordt echter betwijfeld).
Het w.w. wordt in den lijdenden vorm gebracht door voor-