DE
ZAANLANDER
VAN
VRIJDAG
SEPTEMBER
15
1932
13
ZAANSCHE KINDERKRANT Onder Redactie
Twee gezworen kameraden.
Er waren eens twee vrienden, Twee vrienden in den nood, Ze waren even oud vast, En zuiver even groot Ze gingen altijd samen uit, En jaagden op denzelfden buit. Vijf kinderen had ieder, De ouders en hun kinderen, |
Ingezonden door Wim Boet, Assendelft.
* * *
De eerste sneeuw.
De lucht is zoo grauw en zoo donker, Er komt stellig sneeuw voor den nacht, Mijn broertje en ik hebben samen De slee al beneden gebracht. Die stond er zoo saai op de zolder, Daar dwarrelt een vlok naar beneden |
Ingezonden door Marietje Teeling, Zaandam
* * *
Niet eerlijk.
„Kees en Jantje, jullie moeten na schooltijd hier blijven en vijftig maal den datum van jullie geboorte opschrijven!” strafte de onderwijzer een tweetal leerlingen, die ondeugend geweest waren.
Toen de schooltijd voorbij was, begonnen de beide deugnieten aan hun taak. De onderwijzer, die even daarna in het vertrek keek, zag tot zijn verrassing, dat één van hen wanhopig huilde. „Wat scheelt er aan, Kees?” vroeg hij: „Het is niet eerlijk meester,” jammerde Kees. „Jantje is in Mei geboren en ik in December. En hij is nou al bijna klaar!”
Ingezonden door Arend Kruit, Oostzaan.
* * *
Pop heeft kiespijn.
De pop van zus was op den grond gevallen, en toen was er iets heel ergs gebeurd. Er was een stukje uit haar mond gebroken. „Ach”, zei moeder, „ach”, „er is een tandje uit haar mond gevallen. Zie je wel, zus?”
Ja, zus zag het ook. En ze kreeg o, zoo’n meelij met haar pop. „Kom maar hier, mijn kindje! Doet het dan zoo’n pijn? Moeder zal je helpen hoor”. Zus nam haar zakdoek en die bond ze haar pop om het gezicht. „Zoo”, zei ze. Nou zal de pijn wel over gaan Kom maar bij me, hoor!”. Zus ging op den grond zitten, ze nam haar pop in haar armpjes. Zoo suste ze haar, en ze zong er een liedje bij heel zacht. Toen viel de pop gauw in slaap. Zus bleef heel stil zitten. Ze was blij, dat haar kindje sliep, want nu voelde ze immers geen pijn meer.
Ingezonden door Jannie en Jeltje Gruijs, Koog aan de Zaan.
Ansichtkaarten ontvangen
nS
kreeg
Hier
menschen
der
Zoo
beproeven
te
uitgevoerd, had
.
mag
behoorlijk
De eerste maal, dat dit bevel
-
Ze was
toestellen
reddings-
alle andere
en
vier
en
was.
_
.
brandspuiten
twee
jaar eene koe op den toren geheschen moest worden, en dat die daar moest blijven, totdat al het gras opgegeten
wonen
.
uur, de
brand
er een
om
viermaal in het
overlegd.
slim had
zoo
schik
in hun
weinig
hebben, die werd terstond uit de poort gejaagd. menschen. Ik vroeg hen of ooi/ ! Dangen tijd ging het goed met het geliefeo„ en stukje uit haar mond gebroken. „Ach”, ze dien koning, die zoo gaarne hoort vertellen, koosde paard, maar eens, na een vermoeieni moeder, „ach", „er is een tandje uit haar ook kenden. „Neen," zeiden ze, „dien tocht, kwam het dier afgemat en lusteond gevallen. Zie koning kenden ze wel niet, maar zijne familie loos je wel, zus?” op den stal terug. liet had kou gevat op Ja heel hadden het ze ook. En goed gekend. Zijn grootvader de reis, en de ze kreeg o, zoo’n
- .zus zag
volgende dagen werd het er ® daar inde aarde varkenshoeder met haar onder was ,J „Kom maar hier, pop. niet V: beter op. Welke mijn zorgen men ook aan het a e * Doet .” het dan zoo’n pijn ? Moeder zal geweest en ? J dier j besteedde, het baatte alles niets. Het elpen hoor”.Zus nam haar zakdoek en die „Dat is eene leugen!’” riep de koning. b paard vermagerde bij den dag, totdat einded haar 6 „Top!” riep de daglooner, „ik heb een fraai lijk het poP. om het gezicht. „Zoo”, gevreesde oogenblik kwam, waarop zd Ze xT°u za kasteel met honderd bunder land verdiend!" wel pijn over gaan Kom maar het stierf ' ! biiJ daarom 16, i? oorP zoo, moest mijn „Ah grootvader den Groote grond zitten, Zn? ging op ze n* verslagenheid inden stal! Wie zou am naar Nu varkenshoeder ik i haar geweest zijn. begrijp Zoo suste P°P n den armpjes. koning bericht brengen, dat zijn lievelingsZe 1 zei de vorst langzaam. „Dat hebt aar het,” ze zong er een ge heel zacht, liedje bij paard doodwas ? Niemand toch wilde graag Top U -’ inderdaad mooi verzonnen en mijn woord le de in Zus bleef heel uit de pop .y, gauw slaap. stil poort gejaagd worden. Men ziet elkanik niet breken.” e
op den dag, vóór uitbrak, des namiddags tusschen zijn
tegen Dirk
niet
geld terug. Dirk spoedde zich daarmee huiswaarts en vertelde zijn avontuur aan den boer en zijne waren, dat
brandspuitgasten verplicht
zoeken.”
leven!”
uw
De
„Mijn geld
zei Dirk.
zouden
alle
en
.
donkeren
hij nog door eene eenzame laan. Daar zag hij wel een beetje tegen had veel zich. Als hij nu geld bij op, want hij eens aangevallen werd! Wat hij gevreesd had, gebeurde. Eensklaps en nu
schiet
er
een roover
zich
schijn, plaatst op hem Wat
aan en zou
Kamper Uien.
moest
....
uit de struiken te
voor-
Dirk, legt een pistool roept: „Uw geld of uw leven!”
Dirk
voor
doen?
Doodgeschoten 1
..
en
eender raadsleden
word ik
benauwd! Straks
houden,
maar nu
mij ook al
te
het
vuur
slim
hem wordt
niet en
lang,
De
om
om
meester.
toch
het vuur
van
den
eens
en
tijd schijzijn geweest.
mee
steeds
een
den
„Kamper
Uien” worden
zonderling
en
roept nu de burgewij dien feilen gloed schaft raad?”
derde.
gezeten is, en die het benauwd wordt, springt
neemt
■—
een
haard
onder hen
maar eens
er
Eene oude kat, die
gebeurt ?
achteruit. Nu
volgende
wordt
aan-
„Daat hij dan liever de brand-
plotseling
wordt verhaald. Dees de
De bode moet
koude turven
Wie
ook
hun
Dit
te stikken!”
eindelijk wat
te bouwen.
feller.
bijzonder snuggere lui te Althans als men gelooven mag, wat er van hen en nog wel van de hoogstgeplaatsten nen
van
eens
nog
doen bedaren?
om
van
aangelegd
aanyoeren!”
ouden
en
muur
ondragelïjk.
„Hoe moeten
Maar wat
Kampenaars
geroepen
nieuwen
een
nieuwen wal
dam
Is
’t wordt
de hitte bedaart. Maar ’t duurt of de nieuwe muur geraakt in vlam
de hitte wordt
„’t
„Ja,
en
leggen. Nog nieuwe
wordt
bode
besteld,
de hitte wordt
weer een
•
weer eene
turven
geschiedt
het nog uitte
zei een ander, „me dunkt,
heet,”
bedacht.
koude
wat
laag koude turven om laten leggen.” Dat vonden allen
moesten
we
was
niet meer!”
spuit halen!” roept De
sprak: „Wel foei,
te
weten
te doen staat. De
zijn stoel op
en
slimme poes had hun
de raadsleden
een na
den ander
schikt achteruit.
een
lesje gegeven!
De