Pagina:De dichtwerken van P.A. de Génestet.pdf/313

Deze pagina is proefgelezen


DEN LEZER.



Broeder, die dit boekske leest,
’k Heb gerekend op uw geest.
Zoeke of legge uw oordeel, in
’t vluchtig rijm, den rechten zin!
Zegt ook rijm voor rijm niet veel,
Kleintjes maken hier ’t geheel,
Tal van dichten ’t ééne Dicht,
Dat uw tijd u stelt in ’t licht,
Schildert wat men hoort en ziet
Op des geestes wijd gebied,
En hoe ’t staat met menig man
In ons Hollandsch Kanaän;
Welk een geest in onze lucht
Streeft en woelt en zint en zucht;
En de feiten van den dag: Die men niet bedekken mag.
’t Boekske heeft zijn plicht gedaan,
Spoort het u tot denken aan –
Zoo ’t u leeren kan noch stichten,
Denk: ’t zijn ook maar leekedichten!