Pagina:De voeding der planten (1886).djvu/126

Deze pagina is gevalideerd
118
DE BOUW EN DE VERRICHTINGEN DER WORTELS.


leven, of langzaam sterven. Zoodra niet alleen de wortel, doch ook de stengel met zijn eerste bladen ontwikkeld is, en de geheele kiemplant dus groot genoeg is, snijdt men de mazen van het gaas voorzichtig open en neemt de plant er uit, om haar op de in fig. 59 afgebeelde wijze verder te laten groeien, In de zijdelings tot in het midden ingesneden kurk K wordt de plant van ter zijde ingeschoven en bijv. met watten bevestigd, waarna een deel van het weggesneden reepje kurk weer in de insnijding geplaatst wordt. Nadat het cilinderglas N tot een zekere hoogte met water gevuld is, laat men den wortel er voorzichtig in neer en bevestigt de kurk in den bovenrand van het glas. Het zaad S moet zich daarbij in de vochtige ruimte onder de kurk bevinden, doch mag niet in het water gebracht worden, daar het dan licht zou verrotten, en daardoor het water bederven. Zoo soms worteldeelen sterven, moeten zij terstond verwijderd worden, daar zij anders allicht het water voor de levende deelen bederven, en de proef verloren zouden doen gaan. Het is duidelijk, dat de plant, al naar gelang zij groeit, van tijd tot tijd in een grooter cylinderglas moet overgebracht worden, hetgeen zonder moeite en gevaar geschieden kan, daar men de plant gemakkelijk zijdelings uit de kurk kan schuiven en in een grootere, evenzoo ingerichte kan overbrengen.

Hebben zich de wortels een tijd lang in water ontwikkeld en vergelijkt men ze dan met in aarde of in zand ontwikkelde wortels van even oude planten derzelfde soort, zoo ziet men terstond dat zij een veel grootere lengte bereikt hebben dan deze. Daarenboven is hun vertakking veel regelmatiger en zijn hunne wortelharen dikwerf even fraai ontwikkeld als die van echte waterplanten. Ook het wortelmutsje is zeer duidelijk te zien; in één woord, alle deelen zijn aan zulke wortels veel duidelijker en schooner ontwikkeld dan aan in aarde groeiende, zoodat dus voor het onderzoek dezer deelen de waterculturen allezins aanbeveling verdienen.

Doch gelijk wij boven zagen, is dit geenszins het hoofddoel, waarmede men deze proeven doet. Men wil de rol der wortels in het leven der plant leeren kennen, en daartoe is