het in de eerste plaats noodig met zekerheid te weten, of een landplant haar normalen wasdom verkrijgen kan, terwijl hare wortels, bij uitsluiting van aarde en zand, slechts uit water hun voedsel putten. Dit nu is door talrijke onderzoekingen, in de laatste twintig jaren gedaan, gebleken in alle opzichten mogelijk te zijn. Men kan landplanten, b.v. boonen, mais, tarwe, haver, koolzaad, enz. in waterculturen niet alleen zich geheel laten ontwikkelen, maar ook bloemen en vruchten doen voortbrengen. Men heeft de zaden, in zulke waterculturen gewonnen, uitgezaaid en gezien, dat zij even goed ontkiemen als andere zaden. Men heeft het gewicht van in waterculturen gekweekte planten bepaald en nagegaan hoeveel droge stof dit bevatte, en gevonden dat het gewicht der droge stof bij een in water gekweekte maisplant dat van het zaad waaruit de plant ontstaan was 150 maal overtrof; bij boekweit overtrof het eerstgenoemde gewicht dat van het gebruikte zaad meer dan 200 maal. In één woord, in waterculturen kunnen zich landplanten onder gunstige omstandigheden even zoo krachtig ontwikkelen, even talrijke en even goede zaden voortbrengen, als wanneer hare wortels zich in aarde bevinden. Hieruit volgt, dat men deze proeven gebruiken kan om de verrichtingen der wortels te bestudeeren en vooral om na te gaan, welke stoffen door de wortels moeten worden opgenomen, zullen alle deelen der plant zich normaal kunnen ontwikkelen en de rol, die hun in het leven der planten opgedragen is, volledig kunnen vervullen. Is nu hierdoor bewezen dat de beschreven proeven tot dit doel mogen gebruikt worden, zoo behoeven wij wel niet uitvoerig op de groote voordeelen opmerkzaam te maken, die deze methode ons aanbiedt. Het water en de daarin door ons opgeloste stoffen kunnen wij volledig kennen, terwijl een nauwkeurige kennis van de aarde en hare veranderingen ter nauwernood met veel moeite te bereiken is. Doch het zij hier genoeg op deze voordeelen kort gewezen te hebben, daar wij in een volgend hoofdstuk op dit onderwerp uitvoerig terug zullen moeten komen.
De voorwaarden, voor welker vervulling men bij deze proeven nauwgezet zorg moet dragen, wil men het voorgestelde