Pagina:De voeding der planten (1886).djvu/144

Deze pagina is gevalideerd
136
DE BEWEGING VAN HET WATER.


dalen van het water in den open arm een maat zijn voor de verdamping. Daar op deze wijze de verdamping onder zeer gunstige omstandigheden reeds gedurende weinige minuten duidelijk kan waargenomen worden, zoo ziet men, dat deze methode veel geschikter is dan een der beide rechtstreeksche bepalingen, die wij vroeger beschreven en afgebeeld hebben. Een blad of tak in de U-vormige buis kan in korte tijdruimten achter elkander onder verschillende omstandigheden gebracht worden en ons zoo den invloed van deze door de verschillende snelheid van het dalen van het water in den open arm onmiddellijk doen waarnemen. Welke resultaten men door deze methode kan verkrijgen, willen wij nu kortelijk uiteenzetten.

Vooreerst hangt de verdamping af van de vochtigheid der lucht. Hoe meer waterdamp deze bevat, hoe geringer de verdamping zijn zal, een betrekking die trouwens niet alleen voor bladen maar ook voor alle andere vochtige lichamen en voor vloeistoffen geldt. Evenzoo heeft de temperatuur op de verdamping bij levende en levenlooze voorwerpen een invloed, die grootendeels daaraan toe te schrijven is, dat warmere lucht een grootere hoeveelheid waterdamp bevatten kan dan koude. Ook het licht werkt, ten minste bij vele planten, gunstig op de verdamping, daar het bewegingen veroorzaakt in de sluitcellen der huidmondjes. Deze toch kunnen de tusschen haar gelegene opening sluiten en weer openen en worden daartoe door verschillende omstandigheden genoopt, welker werking echter niet bij alle plantensoorten dezelfde is, daar nu eens alleen de sluitcellen werkzaam zijn, dan weer ook de omliggende cellen der opperhuid aan deze verrichtingen deelnemen. Bij de meeste planten echter heeft men waargenomen, dat het licht de huidmondjes zich doet openen, terwijl de duisternis weer aanleiding tot het sluiten geeft. Het nut van deze inrichting moet dadelijk in het oog springen, wanneer men zich herinnert, dat in groene plantendeelen onder den invloed van het licht de ontleding van koolzuur plaats vindt, bij welke groote hoeveelheden van dit gas worden opgeslorpt, waartegen weer zuurstofgas wordt uitgestooten. Tijdens deze werking kan