reeds besluiten, dat de koolstof uit het koolzuur van de lucht en van den bodem, de waterstof uit het water, en de zwavel uit het zwavelzuur afkomstig zijn. De zuurstof kan uit al deze verschillende verbindingen opgenomen worden, en men kan dus de zuurstof der lucht als ter voortbrenging van organische bestanddeelen voor het plantenlichaam ontbeerlijk rekenen. Anders schijnt het echter met de stikstof gesteld te zijn. In de lucht komt zij in bijna onbegrensde hoeveelheid voor, terwijl salpeterzure zouten en ammoniak of hare verbindingen in den bodem steeds slechts in zeer geringe hoeveelheid gevonden worden. Men zou dus allicht geneigd zijn te meenen, dat de stikstof der lucht, zoo niet de eenige, dan toch de voornaamste bron was, uit welke de planten dit element opnemen. Doch dit is slechts een vermoeden; tot volkomen zekerheid kunnen wij in deze vraag, evenals in zoo vele andere gevallen, slechts door rechtstreeksche proeven geraken. Deze hebben nu juist het tegendeel van ons vermoeden aan het licht gebracht en bewezen, dat de planten zelfs niet de geringste hoeveelheid van de benoodigde stikstof uit de lucht kunnen opnemen, dat, om het zoo eens uit te drukken, de vrije, onverbonden stikstof voor de planten onverteerbaar is. Slechts dan, wanneer b.v. na onweer, stikstofverbindingen in de lucht in geringe hoeveelheid ontstaan zijn, en deze door het regenwater aan den bodem zijn toegevoerd, kunnen deze voor de plant van nut zijn. Voordat wij de proeven beschrijven, uit welke men de onverteerbaarheid der vrije stikstof afgeleid heeft, is het noodig met enkele woorden er op te wijzen, dat de vraag, of de stikstof als ammoniak- of als salpeterzuur-verbindingen in de planten wordt opgenomen in zooverre van zeer ondergeschikt belang is als de eersten én in den grond, èn in het plantenlichaam zeer gemakkelijk in de laatsten worden omgezet. Of nu deze omzetting werkelijk plaats vindt, en zoo ja waar, is moeilijk uit te maken, en ten minste voorshands nog onbekend. Zeker is het, dat planten zeer goed groeien in een bodem die geen ammoniak-verbindingen, doch wel salpeterzure zouten in voldoende hoeveelheid bevat.
De vraag naar de bron der stikstof voor het plantenvoed-