Pagina:De voeding der planten (1886).djvu/167

Deze pagina is gevalideerd
159
DE SCHEIKUNDIGE BESTANDDEELEN DER PLANTEN.


aangetroffen, heeft men tot nu toe nog geen ervaringen opgedaan.

Vatten wij nu het medegedeelde kort samen, zoo kunnen wij de voor het plantenleven noodzakelijke elementen gemakshalve in zekere groepen brengen. Onze eerste groep bevat die, welke aan de productie van organische stof deelnemen, het zijn:
Koolstof, waterstof, zuurstof, stikstof en zwavel.

In de tweede vatten wij die noodzakelijke elementen samen, die in de scheikunde als metalen bekend zijn, te weten:
Kalium, Calcium, Magnesium en IJzer.

De derde omvat de onontbeerlijke niet-metalen, onder welke slechts de Phosphorus behoeft genoemd te worden.

Voordat wij er toe overgaan om datgene mede te deelen, wat men thans omtrent de rol dezer elementen weet, is het wellicht goed ze zelven met enkele woorden te bespreken. Hoe uitheemsch hun namen ook mogen klinken, toch zijn het stoffen, die overal rondom ons tot de meest algemeen verspreide behooren. Alleen als elementen treffen wij ze of niet, of slechts in betrekkelijk geringe hoeveelheid aan. Slechts het ijzer maakt daarop een uitzondering. De toestand, waarin zij gevonden worden, is die van scheikundige verbindingen, in welke de eigenschappen, die hen als elementen doen herkennen, grootendeels verloren gegaan zijn. De meesten dezer verbindingen zijn vrij algemeen bekend en de reden, dat de elementen zelven in den regel slechts in den kring der wetenschap bekend zijn, is vooral daarin te zoeken, dat zij meest slechts tot wetenschappelijke doeleinden uit hunne verbindingen worden afgezonderd. Zoo kent b.v. iedereen de verbinding van het chloor met het natrium; deze toch is ons gewone keukenzout, dat als steenzout in mijnen uitgehouwen wordt en het belangrijkste deel van de in het zeewater in opgelosten toestand aanwezige zouten uitmaakt. Uit dit keukenzout of chloornatrium kan men het chloor vrij maken; dit is een groengeel gas, van een onaangenaam prikkelenden reuk. In het dagelijksch leven vindt deze afzondering b.v. plaats bij de zoogenoemde chloorberookingen, welker doel een langzame ont-