deze met de figuur van het amandelzaad moet noodzakelijk ook den laatsten twijfel omtrent de beteekenis der daarin aangetroffen deelen doen verdwijnen.
Fig. 21.
Ontkieming der bruine boon.
Het plantje heeft twee bladen ontwikkeld, die geheel buiten de
zaadlobben zijn getreden: het worteltje is tot wortel geworden,
en de zaadlobben zijn door den groei van den stengel opgeheven.
In de tweede plaats willen wij een roggekorrel beschouwen. De roggekorrel wordt gewoonlijk als een zaad beschouwd: in werkelijkheid is zij een vrucht, waarin een zaad besloten ligt. De zaadhuid is hier echter met den vruchtwand zoo innig ineengegroeid, dat het er uitziet, alsof zij slechts één lichaam vormden. De juiste waarde van deze buitenste laag kan men dan ook slechts verklaren, wanneer men haar met jongere toestanden der vruchten vergelijkt. Binnen deze laag ligt een