of auerechts (Glose) Dese regel en liecht nemmermeer op dat de man geen orloge en heeft tegen sijn wijf want woude hi die smiten so soude hijt verliesen.
¶ Het xvij. capittel
Als een vrouwe eenen hane heeft die traech ende luyachtich is so sal si hem enyuijn doen eten ende smeren hem daer mede sinen kam so sal hi cloec worden. ende sijn recht vanden hinnen wachten Glose) Die vinden conde seide marotte ridder cruyt dat dye trage mannen wacker maecte ick souts crighen al waert dat my mijn hemde costen soude
¶ Het xviij. capittel
Die cleijn hondekens ophouden ende voeden wilt dye sal smergens sijn hande wasscen in een deel waters ende in dat water salmen tbroot nat maken dat si eten. ende geuen hem van dien water oec te drinken so en sullen si niet meer wassen Glose) Ic geloue wel dattet waer is seide daer een mermarot pelee mijn oude moeder plachse te houden in eenen pot ende dan en konsten si niet meerder gewassen dan den pot en was
¶ Het xix. capittel
Als een wijf op staet des nachts pissen eer den haen driewerf gecrayt heeft ende si ouer haren man scrijt weet voerwaer al had hi eenigen lust om haer vrienscap te doen het soude hem vergaen ten si dat si haer wederkeerde in de plaetse van daersi ouerscrijde. Glose) Maroye ployaert seyde dat dat is naden eersten crayene vanden haen ende si mach haer sonder begrijp keeren daer si wilt
¶ Het xx. capittel.
Voerwaer mijn gebueren als ghijt seer hoort wayen dats een teiken van verraderien oft van quade tidingen Glose) Dat is een teiken dicwil geproeft