Pagina:Die Euangelien Van den spinrocke (1520).pdf/42

Deze pagina is proefgelezen

Glose) Voerwaer seide maroye pollaerts. Ic heb horen seggen datmen geen eyer en sal te broeden setten. tdaechs voer dat dye mane ontfaet. ende tsdaechs daer na want si selden wel eynden

¶ Het xiij. capittel
Als een der vrouwen dye kele ioket dat is goede maer want si corts ter bruloft of ten kinderbedde gaen sal maken gode chier. maer als haer thoeft iucket dat is quade maer want daer geern slagen na volgen glose Perette lange mamme seide als een man sijn kele ioket die onderwilen zijn wijf heeft geslagen gehad dat is een teken van hangen mer als si hem ioket na dien dat hi vrienscap met haer gedaen heeft dat is een teiken van wijn te drincken

¶ Het xiiij. capittel.
Alsmen die vledermusen vliegen siet omtrent een huys van daer waert goet vertrocken. want dat es een teiken datmer tydeliken tvier in steken sal.

¶ Het xv. capittel
Die tsauons zijn tafellaken laet liggen gedect op dye tafel so dat die musen die crumen comen eten die daer af smorgens etet sal swarte tanden crigen ende selen hem daer na rotten (Glose. Guldemont seide daer op datmen swarte tanden criget van heete pottagie teten ende sonderlinge heete koolen of wermoes

¶ Het xvi. capittel
Als een ionc knapelkint ierst geboren is. so salment den vader dragen ende stotent metten voeten voir sijn borst ende dat kint en sal nemmermeere quaet eynde doen Glose) Fremine die vale seyde daer op als een vrou gelegen is van een dochter so salmen die dochter setten opter vrouwen borst seggende god make v een berue vrouwe ende nemmermeer en salse scaem