Pagina:Dioscorides1865Anno2065.djvu/40

Deze pagina is gevalideerd

34

»»Dat die bezwaren niet zoo groot waren als gij schijnt te meenen, kan u daaruit blijken, dat reeds in de negentiende eeuw in eenige landen van Duitschland de schoolpligtigheid bestond, zonder dat de bevolking zich daar eenigzins tegen verzette. Het spreekt wel van zelf, dat, toen die maatregel ook elders werd toegepast, men aanvankelijk, even als bij alle andere nog ongewone zaken, op eenige moeijelijkheden stuitte, en dat van tijd tot tijd de tusschenkomst van het gezag noodig was om de bepalingen der wet te handhaven. Doch eenige weinige jaren waren voldoende, om hare trouwe nakoming tot eene volksgewoonte te maken, en het tegenwoordige geslacht, dat onder haren zegenenden invloed is opgegroeid, is zoozeer doordrongen van de overtuiging der onontbeerlijkheid van die eerste kundigheden voor elken burger der maatschappij, dat men nu gerustelijk de wet zoude kunnen afschaffen, zonder vrees dat er één kind minder de schoolbezoeken zoude.""

Hetgeen baco mij daar had medegedeeld bragt mij tot nadenken. Het kwam mij nu bijna vreemd en onverklaarbaar voor, dat in eene eeuw, toen van zoo veler lippen het woord »vooruitgang" weerklonk, eene zoo noodwendige, als van zelf sprekende voorwaarde van elken vooruitgang nog bestrijders had kunnen vinden. Ik herinnerde mij