54
er netjes uit, doch was niet bijzonder op gemak ingerigt. Men kon zien, dat het hoofdstreven was geweest, om stoelen, tafels en verdere meubelen, even als het vaartuig zelf, zoo ligt mogelijk te maken, met behoud van de noodige stevigheid. Het voornaamste materiaal scheen bamboes te zijn, in dunne stroken gesneden en gevlochten. Waar metaal noodig was, was uitsluitend aluminium gebruikt.
Reeds in de wachtkamer had ik opgemerkt, dat al de passagiers zich onderling in eene en dezelfde taal onderhielden, eene taal waarvan mij wel is waar vele woorden bekend schenen, doch waarvan andere mij onbekend waren. Ik vroeg derhalve mijnen geleider: tot welke natie onze medereizigers behoorden?
»»Tot allerlei natiën,—antwoordde hij. Die barsch uitziende heer, daar in gindschen hoek, is een Rus; dat kleine, winderige mannetje met zijne opgestreken knevels, die naar al de dames van het gezelschap gluurt, is zonder twijfel een Franschman; gindsche dikke heer, die de hoogste vracht betaald heeft, is een landgenoot van u, een Hollander; die twee blond- en langharige jongelieden zijn Duitschers; de overigen zijn Engelschen.""
»Maar hoe komt het dan, dat allen dezelfde taal spreken?"
»»Zij spreken de reistaal. In onze eeuw, waarin de meeste menschen een groot gedeelte van hun