Pagina:Dioscorides1865Anno2065.djvu/64

Deze pagina is gevalideerd

58

elkander, maar doordringen elkander; door duizend draden hangen ze innig te zamen, en, was de negentiende eeuw getuige der invoering van het beginsel der nationaliteit, de eenentwintigste eeuw is eene groote schrede verder gegaan, door de erkenning van het beginsel der humaniteit.""

Deze laatste woorden vooral troffen mij door hunne juistheid. Ik begreep nu eerst regt, hoe elke nieuwe spoorweg, elke nieuwe telegraaflijn, elke opheffing van een hinderpaal, waardoor de vrije in- en uitvoer belemmerd worden, niet alleen de algemeene welvaart regtstreeks bevorderen, maar ook even zoovele schakels in den keten zijn, die de menschen moet omslingeren en hen tot broeders, tot leden van één groot huisgezin vereenigen. Echter meende ik aan dit tafereel eene schaduwzijde te bespeuren, »lndien er dan geen oorlog meer is, indien, ten gevolge daarvan en van andere thans bestaande gunstige omstandigheden, handel en nijverheid zich veel meer hebben uitgebreid dan ooit te voren, dan moet de bevolking in eene verontrustende mate zijn toegenomen. De voortbrenging van het noodige voedsel kan daarmede, dunkt mij, niet meer in evenredigheid zijn."

»»Indien gij wilt zeggen, dat er ook thans armen zijn en zelfs lieden die van tijd tot tijd gebrek lijden, voor een deel ten gevolge der overbevolking