Pagina:Dioscorides1865Anno2065.djvu/76

Deze pagina is gevalideerd

70

»»Die vogel heette Java! Begrepen Mijnheer?""

»Volkomen, antwoordde ik, maar wat werd er van den vogel?"

»»Ja Mijnheer! het was eigenlijk een domme streek van den vogel, dat hij wegvloog, want hij had het waarlijk zoo kwaad niet in zijn kooi, maar een vogel blijft altijd een vogel. Toen hij een eind ver weggevlogen was, kwamen er twee groote roofvogels aanvliegen, die hem elk met een klaauw pakten, terwijl zij met de andere en met den bek elkander duchtige slagen toebragten. De arme vogel verloor daarbij een goed deel van zijn' veêren en was beurtelings in de magt van den eenen en dan weder van den anderen roofvogel. Eindelijk lieten beiden hem deerlijk gehavend vallen, om elkander met al hunne wapens aan te grijpen; en toen het gevecht voorbij was, waren beiden zoo gewond en afgemat, dat zij er niet aan denken konden den vogel te vervolgen.""

»Dus,—riep ik uit,—indien ik uwe beeldspraak regt versta, dan hebben ook Frankrijk en Engeland van het bezit van Java afgezien en zijn de Javanen thans een vrij volk!"

»»Och wat, vrij! De marmotten zijn ook vrij!"" luidde het antwoord van dien Mijnheer Droogstoppel.

»Uwe vergelijking van zoo even was edeler, zeide ik."

»»Die gold alleen het land, maar de Javanen....