Pagina:Dioscorides1865Anno2065.djvu/85

Deze pagina is gevalideerd

79

had, zat te sluimeren. Baco was verdiept in een boek, waarin de vraag behandeld werd: in hoeverre het mogelijk zoude zijn de aardbewoners door optische telegraphische seinen in gemeenschap te stellen met de bewoners der overige hemelbollen. Ik recapituleerde in mijne gedachte al het vreemde en wonderbare, dat ik in den loop dier twee dagen gezien had, en dacht er bij: wanneer reeds twee eeuwen zoovele veranderingen hebben teweeg gebragt, wat zullen dan vier, tien, honderd eeuwen doen!

Eindelijk waagde ik het baco in zijne lectuur te storen door de vraag: »Waarheen meent gij dat wij ons nu begeven?"

»»Ik denk dat wij niet ver meer van Nieuw-Zeeland zijn,"" ontving ik ten antwoord. »»Wij hebben een grooten omweg door de hoogere lucht gemaakt, maar zijn thans weder aan het dalen. Zie slechts hoe de barometer rijst.""

Dit zeggen noopte mij weder eens door een der teleskopen te zien, en op eenigen afstand ontwaardde ik twee groote eilanden, die slechts door een naauwe straat gescheiden waren.

»»Wij zijn thans bij onze tegenvoeters, vervolgde baco. Nieuw-Zeeland is het Groot-Brittanje van de Zuid-zee.""

»Maar toch nog verre van een zoo rijke, magtige en beschaafde bevolking te hebben."

»»Niet zoo ver als gij denkt. Reeds telt Nieuw-