Pagina:Een klein heldendicht.djvu/65

Deze pagina is gevalideerd

in aandacht weg, diep en diep in zich zelve.
En wat hij hoorde werd toen daarop kond
aan de vergadring, die nog dieper luisterd',
nadat zij op zijn luistren gewacht had:
 
„Duitschland is één groot land van heel veel lijden.
De rijken hebben zich aan één gesmeed:
de adel, de landheeren, fabrikanten
zijn als een bond op den nek van het volk.
Maar de arbeidersklasse van heel Duitschland
wordt één en aldoor meer één, onze macht
wordt grooter aldra dan die onzer heeren.
Zij rusten op ons — kunnen toch niet leven
zonder ons. — Wat als wij dan sterker worden
dan zij? — Dan zijn zij niets, kunnen niet leven
als wij niet willen meer zooals zij willen. —
Hun leger wordt immers altijd meer ons! —
En de arbeid is als wij één zijn, ons."
 
Het leek of hij wat droomde, of hij ziende
werd van diep denken dat als droomen is.

61