Deze pagina is gevalideerd
VI.
De aarde ontspant zich, en uit de baring
rijzen fijne nieuwe gestalte' omhoog.
Maria ging door 't licht met fijnen voet,
zooals een hert slaande den fijnen hoef.
Zij ging naar buiten om aan zich te denken,
daar in de bosschen in den koelen schemer.
Zij was een weefster, hare kameraden
hadden haar pas geleerd den klassestrijd.
Zij wilde er goed over gaan denken, buiten.
69