zou tot hij het gewone getal bereikt had; maar hij gooide de vormen weg en ging om zich aan te kleeden.
„De kameraden knorden, maar lieten hem begaan. Zij wisten dat hij een enkelen keer even strijdlustig als gewoonlijk goedhartig zijn kon, en behalve dat, was er Zigeunerbloed in Svend, dat wil zeggen hij kwam van Zaterne, en die zijn gevaarlijk om te plagen.
Toen hij een poosje daarna zich aan Else voorstelde met een schoon boordje en een blauw lakensch pak en ronden hoed, herkende zij hem bijna niet. Zij was reeds geheel overweldigd door zijn schoonheid. Doch spoedig bemerkte zij, dat hij houteriger en boerscher was dan zij gedacht had, en het duurde slechts een paar minuten of zij voelde zich geheel boven hem verheven.
Nadat zij hem verschillende dingen gevraagd had, bood hij aan, haar de omgeving van de fabriek te wijzen. En nu had hij den mond op de rechte plaats; ja, hij lachte ook een paar maal over haar als zij al te dom was.
Zij gingen nu samen door de lange gangen terwijl hij haar alles verklaarde wat zij zagen. Vlak boven den oven leidde hij haar, waar zij neerzien kon op de metselsteenen, die gebakken werden.
Dat alles amuseerde Loppen, zooals alles vandaag amusant was. Aan zijn zijde te gaan en hem te hooren praten was reeds een genoegen; en dat zij de helft verstond van hetgeen hij verklaarde, paste juist bij dezen wonderbaren dag, met al die nieuwe indrukken en nieuwe droomen.
Maar toen kwam er een boodschap voor Else, madam Späckbom was klaar en wilde naar de stad. Er