IV
De Vereeniging voor gevallen vrouwen in de gemeente St.-Petri was dus met haar werk begonnen, en de vrouw van den inspecteur van politie was niet weinig trotsch op haar register. Dit was een dik, feestelijk boek in geelwit perkament met rooden rug en den naam der Vereeniging in gouden letters.
Voor ’t overige was het werk der yereeniging nog in voorbereiding, daar de middelen nog niet toereikend waren om een eigen inrichting met gebouwen en administratie op te richten. Behalve dat werd men weinig ondersteund bij het inzamelen van bijdragen. De stemming was niet gunstig; het scheen ook niet zoo gemakkelijk te zijn om de gevallen vrouwen van St.-Petri te vinden.
Dat was ook niet de zaak van de secretaresse. De inspecteursvrouw hield kantoor in haar huiskamer iederen morgen van 10 tot 11 uur, het register lag opengeslagen op de eerste bladzijde, waar tot nu toe