Pagina:Euratom Treaty (Treaty of Rome) Dutch copy.pdf/147

Deze pagina is proefgelezen

b) te zamen inet liun echtgenoten en de te hunnen laste zijnde verwanten vrijgesteld van immigratiebeperkingen en vreemdelingenregistratie;

c) inzake monetaire of deviezenregelingen in het genot van de gebruikelijke faciliteiten welke aan ambtenaren van internationale organisaties worden toegekend;

d) gerechtigd om de eerste maal, dat zij hun post bezetten, in het betrokken land hun huisraad en goederen voor persoonlijk gebruik vrij van rechten in te voeren uit het land waar zij het laatst hun verblijfplaats hebben gehad of uit het land waarvan zij onderdaan zijn, en bij het neerleggen van hun ambt hun huisraad en goederen voor persoonlijk gebruik uit genoemd land vrij van rechten weder uit te voeren, in beide gevallen met inachtneming van de voorwaarden, welke de regering van het land waar dit recht wordt uitgeoefend, als noodzakelijk beschouwt;

e) gerechtigd hun voor persoonlijk gebruik bestemde personenauto die in het land waar zij het laatst hun verblijfplaats hebben gehad of in het land waarvan zij onderdaan zijn, verkregen is op de voorwaarden die op de binnenlandse markt van dat land gelden, vrij van rechten in te voeren en deze vrij van rechten weder uit te voeren, in beide gevallen met inachtneming van de voorwaarden, welke de regering van het betrokken land als noodzakelijk beschouwt.


ARTIKEL 12

Onder de voorwaarden en volgens de procedure welke door de Raad worden vastgesteld op grond van de door de Commissie binnen een jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag gedane voorstellen, worden de ambtenaren en overige personeelsleden van de Gemeenschap onderworpen aan een belasting ten bate van de Gemeenschap op de door haar betaalde salarissen, lonen en emolumenten.

Zij zijn vrijgesteld van nationale belastingen op de door de Gemeenschap betaalde salarissen, lonen en emolumenten.


ARTIKEL 13

De ambtenaren en overige personeelsleden van de Gemeenschap, die zich uitsluitend uit hoofde van de uitoefening van hun ambt in dienst van de Gemeenschap vestigen op het grondgebied van een andere Lid-Staat dan de Staat van de fiscale woonplaats, welke zij bezitten op het ogenblik van hun indiensttreding bij de Gemeenschap, worden voor de toepassing van de inkomsten-, vermogens- en successiebelastingen, alsmede van de tussen de Lid-Staten van de Gemeenschap

— 599 —