ARTIKEL 154
Het Hof van Justitie is bevoegd uitspraak te doen in elk geschil tussen Lid-Staten dat met de materie van dit Verdrag verband houdt, indien dit geschil hem krachtens een compromis wordt voorgelegd.
ARTIKEL 155
Behoudens de bevoegdheid die bij dit Verdrag aan het Hof van Justitie wordt verleend, zijn de geschillen waarin de Gemeenschap partij is, niet uit dien hoofde onttrokken aan de bevoegdheid van de nationale rechterlijke instanties.
ARTIKEL 156
Iedere partij kan, ook al is de in de derde alinea van artikel 146 bedoelde termijn verstreken, naar aanleiding van een geschil waarbij een verordening van de Raad of van de Commissie in het geding is, de in de eerste alinea van artikel 146 bedoelde middelen aanvoeren om voor het Hof van Justitie de
niet-toepasselijkheid van deze verordening in te roepen.
ARTIKEL 158
Voor zover in dit Verdrag niet anders wordt bepaald, heeft een bij het Hof van Justitie ingesteld beroep geen schorsende werking. Het Hof van Justitie kan echter, indien het van oordeel is dat de omstandigheden zulks vereisen, opschorting van de uitvoering van de bestreden handeling gelasten.
ARTIKEL 150
Het Hof van Justitie kan in zaken welke bij dit college aanhangig zijn gemaakt, de noodzakelijke voorlopige maatregelen gelasten.
— 413 —