strijd van proletariërs en kapitalisten nergens in een hevigen vorm werd gevoerd, en het scheen alsof de liberale bourgeoisie, heerschende met hare constitutioneele instellingen, bestemd was de maatschappij aanmerkelijk te verbeteren en te hervormen.
Ten tweede, dat Multatuli, toen zijn beroep op de liberale bourgeoisie vruchteloos was gebleken, hij alle hervormingen en verbeteringen, speciaal in Nederland en Nederlandsche koloniën tot stand te brengen, onmogelijk achtte. Het socialisme zou niet slagen, waar „Max Havelaar" niets had bereikt.
Douwes Dekker, uit de bourgeoisie geboortig, zou zijn gezichtskring buiten de burgerlijke beschaving hebben kunnen uitbreiden, indien slechts een andere beschaving voorhanden ware geweest. Het geheel van Multatuli's denkbeelden en aandoeningen, zoo goed als die van alle menschen, is een maatschappelijk product. Maatschappelijke werkingen, die later een klassenbewust proletariaat zouden scheppen, waren, zeggen wij tusschen 1840 tot 1860, niet aanwezig. Dit kan men noemen de negatieve oorzaak van het verschijnsel.
Bij gebrek aan socialisme kon Dekker geen socialist zijn—tenzij, gelijk opgemerkt is, socialist in den zin van aanhanger der nieuwe ekonomie, nog slechts bekend als een vreemde, buitenlandsche, revolutionnaire en tegelijk utopistische leer, in ons land zonder weerklank of toekomst.
Maar Multatuli was niet alleen geen socialist omdat de maatschappelijke werkingen welke de socialistische denkbeelden voortbrengen, hem vreemd waren gebleven; de maatschappelijke werkingen die de zijne bepaalden bezaten een geheel tegenovergestelde strekking. Hier ligt de positieve oorzaak van zijn gedrag. Douwes Dekker was niet alleen een denker en schrijver van de burgerlijk-kapitalistische richting, omdat het zoo goed als onmogelijk was in zijn tijd anders te wezen. Maar Douwes Dekker, eenmaal opgetreden als criticus van bourgeois-instellingen, met het doel de fouten en misbruiken te verhelpen, zoodat in de plaats van een ge-