Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/11

Deze pagina is gevalideerd

DE FAMILIE BOUHON
(Fragment.)[1]

 

I

 

Bij het beschrijven der levensgeschiedenis van een tooneelkunstenaarsfamilie uit de vorige eeuw, zal het niet overbodig zijn een oogenblik stil te staan bij de gebruikte bronnen.

Is dit in 't algemeen de plicht van een ieder die geschiedenis schrijft—vooral geldt dit bij het bearbeiden van het nog weinig ontgonnen veld onzer tooneelgeschiedenis.

Omtrent het bizondere leven der tooneelkunstenaars zijn de berichten doorgaans zeer dun gezaaid. Om er iets van te vinden, moet men zijn toevlucht nemen tot die menigte schotschriften waaraan onze letterkunde zoo buitengewoon rijk is. Bij het gebruiken dezer pamfletten dient men echter met zeer veel omzichtigheid te werk te gaan, daar zij even verward en eenzijdig zijn als de geruchten en praatjes die in onze dagen vaak de gemoederen warm houden. Waarheid en verdichting, waarschijnlijkheid en overdrijving zijn vaak allerwonderlijkst door elkaar gehaspeld, en nauwelijks te onderscheiden.

Daarbij komt dat officieuse en officieele berichten, omtrent de intieme verhoudingen der hier bedoelde personen meestal een diep stilzwijgen bewaren. Ook het feit dat de acteur, hetzij dood of levend, nooit als burger in aanmerking komt, bemoeilijkt het onderzoek, 't Pleit dan ook voor de vereering Punt toegedragen, dat een man als Simon Stijl het niet beneden zich rekende zijn levensgeschiedenis te schrijven.

Op het ongewone van zulk een bestaan legt Corver met nadruk den vinger.

Het meeste licht, zij het flikkerend, zij het zelfs valsch, zij het vaak schemerachtig, wordt op het leven van verscheidene tooneelspeelsters uit het genoemde tijdvak geworpen door een zeker schotschrift: "Het Galante Leven der Amsterdamsche en Rotterdamsche actrices".


  1. (1877) Voor het eerst gepubliceerd in "Het Tooneel" (1878)
7