godsdienstig, dit voornamelijk het gevolg moet heeten van zijn voorbereidenden arbeid. Welnu, des te meer reden dat hij het begonnen werk niet in den steek had moeten laten. "Waarlijk", schrijft hij, "men zou niet op zijn gemak geweest zijn in Den Haag, indien het Volk, wiens eer ik trachtte te handhaven, zich om mij geschaard had!" Zeker niet; maar als er nog eenige vrees voor Multatuli mocht zijn overgebleven in regeeringskringen, heeft deze brief van hem ongetwijfeld alle ongerustheid verdreven.
Want nu bleek duidelijk dat, wat het volk zou ondernemen om zich te bevrijden, van Multatuli niets meer was te verwachten. Bij hem besliste de vraag die hij hier doet: "Waarom (mijne verdiensten) niet erkend? Waarom niet mijne pogingen tot uitgangspunt gekozen, enz.?"
Die slechts zichzelven ziet, bewijst dat hij de grootschheid van de proletarische beweging niet beseft; en het is alleen een verder bewijs van zijn onmacht om haar te verstaan, als hij om hulp aangemaand, zich verliest in wilde en onvruchtbare grootspraak.
VIII
Het feit dat Multatuli zijn verder leven werkloos is gebleven; altijd malende over de omstandigheid hoe het toch mogelijk was dat de Hollanders maar niet naar hem luisterden, en een door hem zelf slechts vaag aangeduide beweging afwachtende, die onder zijne diktatuur een volkomen twijfelachtig gebleven weg zou inslaan—terwijl deze beweging niet lukte en hij er ten onrechte uit afleidde dat zijn invloed gering was en zijne volgelingen hem in den steek lieten, hetgeen wederom zijn initiatief verlamde en zijn stemming verbitterde; dit feit, dat voor ons thans niets raadselachtigs meer bevat, kunnen wij nog beschouwen van een anderen kant door te letten op Dekker's meeningen over het socialisme dat in deze jaren van zich deed spreken.
Eene algemeene opmerking ga vooraf.—De beteekenis van deze dingen zou voor ons verloren gaan indien