Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/140

Deze pagina is gevalideerd

menschen moeten uit den weg geruimd worden—de goeden moeten het geluk aan de massa, bestolen door de slechten, teruggeven. De strijd die hiervoor moet worden gestreden, wijl hij langs demokratischen weg: organisatie van de arbeidersklasse die de staatsmacht aan zich onderwerpt, niet kan worden beslist, komt neer op de personen van eenige aanvoerders met diktatoriaal gezag. Maar in de werkelijkheid is dit niet uitvoerbaar, zoodra de proletariërs tot het inzicht zijn gekomen van de nuttigheid der organisatie, van het belang der demokratie. Dit verklaart dat, behalve de aanslagen op personen, de eenige praktische werkzaamheid van de anarchisten bestaat in agitatie tegen de socialistische arbeiderspartijen. De eerlijke anarchisten willen dit niet en vallen uit de beweging. Multatuli, die er nooit in was geweest, bepaalde in zijne latere levensjaren zich tot de doellooze, zelfbedriegelijke opwinding voor hetgeen hij had gewild, en had gekund—maar niet had gedaan, omdat, zooals hij meende, zijne geestverwanten hem in den steek hadden gelaten. Multatuli heeft niet tevergeefs geleefd en gewerkt. Maar wat hij heeft tot stand gebracht is gering in evenredigheid tot zijn gaven en krachten. Neemt men zijn aandeel in het bevorderen van de anarchistische denkwijze en taktiek in aanmerking, dan is het zelfs twijfelachtig of hij meer goed dan kwaad heeft gedaan. Dit is een andere voorstelling van de waarheid dat in de geschiedenis van de menschelijke ontwikkeling het partikulier initiatief onbeduidend is, wanneer het wordt aangewend tegen of zelfs maar buiten de maatschappelijke strooming, welke in het gegeven geval den vooruitgang beheerscht. Het is ontwijfelbaar dat buitengewone menschen den vooruitgang onwaardeerbare diensten hebben bewezen, maar den aard van hunne bemiddeling leert men eenigszins kennen als men bedenkt, dat van andere buitengewone menschen ten slotte onzeker moet heeten of zij nuttig dan wel schadelijk zijn geweest. In Multatuli is een schrijver en spreker, als beide, in het buitenland wellicht nauwelijks, in ons land zeker niet door leiders eener arbeiderspartij geëvenaard, heenge-

136