Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/151

Deze pagina is gevalideerd

teuren, direkteuren van beursbladen hebben niet het recht hunne lezers gewaagde, laat staan verkeerde spekulatiën aan te raden. Voor hun goed geld hebben de lezers recht op goede adviezen, overeenkomstig het beste weten van de redaktie. En zooveel weet natuurlijk de heer Boissevain wel van de wereld waarin hij verkeert, dat het helpen van socialisten in geen geval als een verstandige finantieele operatie zou worden opgevat.—Algemeener uitgedrukt: het mag van de liberalen in 1902 niet worden geëischt dat zij zich zouden gedragen alsof zij leefden een halve eeuw terug. Tegenover het klerikalisme den vooruitgang te vertegenwoordigen was eenmaal hunne historische roeping: niet minder noodzakelijk is het thans hun historisch noodlot met het klerikalisme den vooruitgang te bestrijden. Het ongelijk is aan den kant van hen die zich liberalen blijven noemen en dit niet willen inzien. Hunne goede bedoelingen loopen vooruit op hunne kennis van de geschiedenis, op hunne kennis van hun eigen politieke positie. De massa van de bourgeoisie, liberaal of niet, mag blijde zijn praktische journalisten als den heer Boissevain te bezitten, wiens instinkt van business, hetzij dan als redakteur of direkteur van zijn courant, hem waarschuwt tegen het meedoen aan edelmoedige avonturen. Edelmoedigheid, weet hij al te goed, is een artikel voor export. Thuis heeft men op zijn zaken te passen, en, als direkteur-redakteur, tevens op de zaken van anderen, van abonnenten en adverteerders. De heer Boissevain weet, op de wijze der oude Hollanders, al biddende een oog in 't zeil te houden. Eenmaal ontvangt hij daarvoor den dank van al zijn afnemers. Veroordeeld door sommige tijdgenooten, zal de geschiedenis hem recht doen. Zijne belagers hebben vijgen willen lezen in het Handelsblad.

 

Wat wij hier het burgerlijk idealisme noemden, de neiging om te vergeten, dat liberalen en klerikalen klassegenooten zijn, is niet altijd een vergissing of een illusie geweest. Vóór de arbeidersbeweging zich deed gelden en de klerikalen (nl. anti-revolutionnairen) vijandig waren

147