Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/174

Deze pagina is gevalideerd

haar tijd voorbij is; in beide gevallen is het de mannelijke willekeur die de wet stelt aan de vrouwelijke natuur. De hoeveelheid vrouwelijke kuischheid ter eene, de hoeveelheid onkuischheid ter andere zij, wordt door de mannelijke willekeur—werkzaam als het beslissende motief krachtens de ekonomische oorzaken die de vrouwen hebben onderworpen—vastgesteld. Waren alle vrouwen eerbaar, de man zou zijn gading niet vinden vóór en buiten het huwelijk; en zijne gade niet erin, waren zij allen oneerbaar. Eerbaar is wat hem behaagt in zekere gevallen; oneerbaar, wat hem in andere gevallen aantrekt. Van partikuliere omstandigheden hangt af welke vrouwen zullen behooren tot de eerste, en welke tot de tweede kategorie; doch in de maatschappij, die de behoefte aan de onregelmatige en aan de regelmatige betrekking bij de sekse wekt welke over de bestaansmiddelen van de andere beschikt, zullen beide kategorieën altijd aanwezig zijn.

Doch de bekoring van de eene soort is als zoodanig het volkomen tegendeel van die der andere. Het zijn de maatschappelijke oorzaken die de scheiding in de levenswijze teweeg brengen en daarmee de tegenstelling scheppen van ondeugd en deugd. De instelling van het huwelijk heeft tevens de betrekking van eene vrije liefde in het leven geroepen, uit welke warenproduktie en kapitalisme, door vrouwen te dwingen van hare genegenheid een koopwaar te maken en haar de beschikking over andere waren te ontnemen, zoowel de vrijheid als de liefde hebben verdreven. Het kapitalisme is de oorzaak, niet van het ontstaan van andere betrekkingen naast het huwelijk, maar van het ontaarden zoodaniger betrekkingen tot de moderne prostitutie. Gelijk de deugd van de zedigheid bij sommige vrouwen slechts bestaat krachtens het maatschappelijk moment dat andere vrouwen tot ongebondenheid voert, is het moderne huwelijk slechts bestaanbaar door de prostitutie. De oneerbaarheid van een zeker getal waarborgt de eerbaarheid van het overig getal. Gelijk in het kapitalisme zóóveel arm moeten wezen, opdat zóóveel rijk kunnen zijn, is de eerbaarheid een plus hier,

170